De invloedrijke Willem Hoyng is een ouwe taaie die nergens voor terugdeinst. In plaats van het interview te houden via Zoom, mochten wij daarom ook gewoon langskomen op zijn kantoor. Aangekomen op een van de hoogste verdiepingen van de Rembrandtoren, uitkijkend over de Amstel, gingen we zitten en stak hij van wal. Hoyng had weinig vragen of sturing nodig. Hij vertelde ons alles over de wereld van de intellectuele eigendom, zijn internationale werkervaring en de eigenschappen die volgens hem nodig zijn om een goede procesadvocaat te worden. Na een uur hadden wij alles wat we wilden weten en was het voor ons duidelijk waarom Hoyng bekend staat als de koning van het intellectuele eigendom.
De exacte kant van de advocatuur
Ondanks dat Hoyng vroeger een echte bèta was, ging hij toch voor de ‘makkelijke weg’ en koos voor een rechtenstudie na zijn middelbare school. Dit bleek een goede keuze, want al gauw kwam hij erachter dat dit hem erg goed lag. Hij studeerde binnen drie jaar af en kreeg al tijdens zijn studie een assistentschap in sociaal recht en werd na zijn afstuderen wetenschappelijk medewerker burgerlijk recht aan de Universiteit van Leiden. Na een aantal jaren wilde Hoyng toch de praktijk in en kwam terecht bij Blackstone, tegenwoordig De Brauw Blackstone Westbroek. Hoyng wist toen nog niets van het intellectueel eigendomsrecht, maar werd er meteen door gegrepen. Dit had natuurlijk te maken met het feit dat zijn passie voor exacte vakken samenviel met de techniek en chemie uit het octrooirecht.
Uitvinding stopt niet bij de grens
Hoyng is een echte ondernemer en altijd op zoek naar meer uitdaging. Toen hij een aanbod kreeg om te gaan werken voor de uitvinder van de windsurfer in Los Angeles, pakte hij die kans met beide handen aan én bleef ondertussen gewoon partner bij Blackstone. De jaren daarna zat Hoyng absoluut niet stil. Hij begon voor De Brauw een kantoor in Londen en daarna in Eindhoven. Dat werd gevolgd door het opzetten van een IE afdeling in het toen nog Amsterdamse kantoor van het Haagse De Brauw.
‘‘Quality first. Je moet kritisch zijn op de kwaliteit in huis, dan komen de klanten vanzelf.’’
Omdat het IE- recht bij uitstek internationaal is – het beschermen van een uitvinding stopt immers niet bij de grens – wilde Hoyng de internationale kant op. Omdat De Brauw besloot nationaal te blijven, besloot hij daar weg te gaan. “Braaf partner zijn bij De Brauw? Ja, dat kan iedereen.” Toen een van de andere partners dezelfde ideeën bleek te hebben, werd de knoop doorgehakt. Na eerst een Europese IE- afdeling van een Amerikaans kantoor te hebben opgezet, begonnen zij hun eigen Europese nichekantoor, genaamd HOYNG ROKH MONEGIER.
Quality first
Bij grote kantoren voeren is intellectueel eigendomsrecht nooit het belangrijkst. Corporate banking en finance voeren eerder de boventoon. Allemaal zogenaamde advocaten, die Hoyng papierschuivers noemt omdat ze zelden tot nooit in de rechtszaal verschijnen. Hoyng zag daarentegen de meerwaarde van een internationaal kantoor, gespecialiseerd in IE. ‘’Quality first. Je moet kritisch zijn op de kwaliteit in huis, dan komen de klanten vanzelf.’’ Inmiddels is zijn kantoor uitgegroeid tot een van de meest gerenommeerde advocatenkantoren op het gebied van IE in Europa. Over de toestroom van cliënten hoeft Hoyng zich dan ook geen zorgen te maken. Regelmatig staat hij grote namen bij waaronder Philips, ASML, Akzo Nobel, Procter & Gamble, Monsanto, AstraZeneca etc.
“Door iets vaak te doen, kun je het je op een gegeven moment eigen maken. Ik weet nu bijvoorbeeld alles over de techniek achter het maken van coronavaccins.”
En met succes, want als succesvolle procesadvocaat pleit Hoyng al jaren voor alle nationale gerechten en het Europese Hof van Justitie. Met betrekking tot het werk als litigation advocaat zegt hij: dat is 90% transpiratie en 10 procent inspiratie. Hij vervolgt: het belangrijkst is bereid zijn harder te werken en meer te doen dan de tegenpartij.”
Overtuigingskracht
Op de vraag hoe je een goede (proces)advocaat kunt worden, antwoordt Hoyng dat je naast hard kunnen en willen werken ook strategisch en tactisch inzicht moet hebben. “Je kunt wel gelijk hebben, maar dat betekent niet dat je ook automatisch gelijk krijgt.” Om de rechter ervan te overtuigen dat jou gelijk geven de beste oplossing is, moet je een gestructureerd verhaal kunnen vertellen. Het is dus belangrijk dat je ook overtuigingskracht hebt. Zo heeft Hoyng ooit het Hof Den Bosch ervan overtuigd dat, anders dan het Hof Amsterdam had beslist, derden legoblokjes mogen kopiëren. De Hoge Raad was het daarmee eens. Alhoewel dit soort merkenzaken vaak de aandacht trekken omdat ze voor het publiek heel erg tot de verbeelding spreken, doet Hoyng het liefst octrooizaken, voornamelijk op het gebied van farmacie en biotechnologie. Volgens hem is een technische vooropleiding daarvoor niet vereist. Wel moet je volgens Hoyng als octrooiadvocaat nieuwsgierig zijn naar hoe dingen in elkaar zitten. “Door iets vaak te doen, kun je het je op een gegeven moment eigen maken. Ik weet nu bijvoorbeeld alles over de techniek achter het maken van coronavaccins.”
IE: het vak van de toekomst
Octrooien zijn van levensbelang, vooral voor de elektronische en farmaceutische industrie. Er wordt veel geïnvesteerd in de innovatie van deze industrieën. Deze innovaties kunnen alleen worden terugverdiend door het vestigen van (in tijd beperkte) exclusieve rechten hierop. De noodzaak om innovaties te moeten terugverdienen is tegelijkertijd de druk die nodig is om tot uitvindingen te komen.
“Het is niet zo moeilijk om het recht toe te passen, het is moeilijker om het recht te vormen, daarvoor moet je creatief zijn.”
De overheid had bijvoorbeeld nooit binnen de tijd waarin de farmaceutische industrie dat kan, een vaccin tegen Covid kunnen ontwikkelen. De snelle ontwikkeling van de technologie is volgens Hoyng de reden dat het intellectuele eigendomsrecht zo’n enorme groei heeft doorgemaakt de afgelopen tijd. Nu wij in de westerse wereld nauwelijks tot geen textielindustrie hebben of elektronica maken, is innovatie nog het enige waar wij mee kunnen concurreren. Kortom, innovatie moet gestimuleerd worden want IE is het vak van de toekomst.
Sterven in het harnas
Hij is zelf ook actief betrokken bij de ontwikkeling van het IE- recht. Door het schrijven van artikelen en vooral door het bepleiten van zaken bij de Hoge Raad of het Hof van Justitie hoopt hij bij te dragen aan de rechtsontwikkeling op het gebied van IE. Hoyng heeft ook meegewerkt aan de oprichting van het Unified Patent Court (UPC), onder andere door mee te werken aan het opstellen van de procesregels voor dit nieuwe Europese gerecht. Daarnaast is Hoyng constant bezig met nieuwe dingen bedenken. “Het is niet zo moeilijk om het recht toe te passen, het is moeilijker om het recht te vormen, daarvoor moet je creatief zijn.” Op dit moment zit Hoyng nog vol innovatieve ideeën en is niet van plan zijn – voor de buitenwereld angstaanjagende – workdrive snel los te laten. “Dat is toch mooi? Sterven in het harnas gaat een beetje te ver maar voorlopig ga ik nog gewoon lekker door.” Toeleven naar je pensioenleeftijd lijkt hem verschrikkelijk. Als je iets doet wat je écht leuk vindt, dan kun je volgens Hoyng jaren door.