Om de genderongelijkheid in de hoogste posities van beursgenoteerde ondernemingen aan te pakken, heeft de Tweede Kamer voor het bindend vrouwenquotum gestemd. Diversiteit in het werknemersbestand kan bedrijven zogezegd betere besluiten en bedrijfsresultaten opleveren. Zoals het er nu naar uitziet is het wetsvoorstel vanaf januari 2021 realiteit. De Raad van State werpt een kritische blik op het vrouwenquotum, dat een minimum van 30 procent vrouw in de top van het bedrijfsleven verplicht. Europese regels bepalen namelijk dat geslacht hooguit doorslaggevend mag zijn wanneer er sprake is van gelijke geschiktheid.
Meer ‘Peters’ CEO dan vrouwen
Vandaag de dag werken meer CEO’s die Peter heten (5) dan vrouwelijke CEO’s (4) bij de honderd grootste beursgenoteerde bedrijven uit Nederland. Dit is gebleken uit een rapport van onderzoeksbureau Equileap, dat zich inzet voor gendergelijkheid in het bedrijfsleven. Sinds 2013 geldt er al een streefcijfer van 30 procent vrouwen in bestuur en raad van commissarissen, vastgelegd in de Wet bestuur en toezicht. Voldoet een bedrijf niet aan het streefcijfer, dan moet in het jaarverslag vermeld worden hoe geprobeerd is het cijfer te behalen, waarom het percentage niet is behaald en wat de onderneming doet om dit wel te realiseren. Van de 88 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven voldoen pas 30 bedrijven aan dit streven. Er zijn nog 58 bedrijven die werk te doen hebben. Op aanbeveling van de Sociaal-Economische Raad (SER) heeft de Tweede Kamer in december 2019 derhalve ingestemd met het bindend vrouwenquotum voor beursgenoteerde bedrijven.
Verplicht op zoek naar een geschikte vrouw
Een vrouwenquotum is een minimumaantal van door vrouwen te bekleden topfuncties in bedrijven met als doel discriminatie, die in het verleden gegroeid is, recht te zetten. Het wetsvoorstel van de ministers Dekker (Rechtsbescherming) en Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) betreft een wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dat de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen evenwichtiger tracht te maken. Volgens de ministers is de man-vrouwverhouding binnen het bedrijfsleven in Nederland nog te scheef. Het ingroei-quotum houdt in dat als een raad van commissarissen minder dan 30 procent vrouwen telt, en er een positie vrijkomt, die niet door een man mag worden vervuld. Totdat een geschikte vrouw is gevonden, moet de stoel leeg blijven. Als een bedrijf toch een man aanstelt, dan is die benoeming niet rechtsgeldig. Ook voor het mannelijke aandeel commissarissen geldt een ondergrens van een derde.
Geen juridische houdbaarheid bij het Europees Hof
De Raad van State plaatst in zijn advies van 6 november 2020 kritische kanttekeningen bij het wetsvoorstel. Het adviesorgaan van het kabinet vreest dat het wetsvoorstel juridisch niet houdbaar is als het bij het Europese Hof van Justitie wordt aangevochten. Volgens de Europese regels is het toegestaan bij benoemingen voorkeur te geven aan een vrouw, maar alleen als alle kandidaten objectief worden beoordeeld en sprake is van gelijke geschiktheid van een mannelijke en vrouwelijke kandidaat. Automatisch voorkeur geven aan een vrouw omdat er een vrouwenquotum geldt, is niet toegestaan. Minister Dekker erkent in zijn reactie op het advies dat het wetsvoorstel niet volledig strookt met de Europese regels. Toch ziet het er naar uit dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel doorzet. Verschillende EU-landen zijn Nederland al voor gegaan met het invoeren van een soortgelijk vrouwenquotum, waaronder Frankrijk, Duitsland en België. Tot op heden is tegen geen van deze quota geprocedeerd bij het Europees Hof. Dekker haalt daarnaast aan dat het op grond van het VN-Vrouwenverdrag wel is toegestaan dat lidstaten tijdelijk verplichte quota instellen om de gendergelijkheid te versnellen.
Dat vrouwenquota in het bedrijfsleven op verschillende plekken allang geen taboe meer zijn, is duidelijk. Noorwegen wordt regelmatig aangehaald als hét succesverhaal met het vrouwenquotum. Het land was de koploper met het invoeren van een ingroei-quotum in 2008 en inmiddels is het aandeel vrouwen in de Noorse bedrijfstop ruim 40 procent.