Jeroen Recourt is lid van de PvdA-Eerste Kamerfractie en tevens voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam. Van de vijf regionale tuchtcolleges, is het Amsterdamse tuchtcollege met om en nabij 120 leden, de grootste in Nederland. Van de 1500 tuchtzaken op jaarbasis worden er zo’n 500 in Amsterdam behandeld. Een schijntje vergeleken met de miljoenen geneeskundige behandelingsovereenkomsten die ieder jaar worden gesloten. Na een hartelijk ontvangst in zijn kantoor op de rechtbank Amsterdam legt Recourt mij in detail alles uit over de gang van zaken binnen een medisch tuchtcollege.
Interactie met andere disciplines
Afgestudeerd in het strafrecht, startte Recourt zijn carrière aanvankelijk als reclasseringswerker. “Ik kwam daardoor veel op de rechtbank en toen dacht ik: aan die kant van de tafel wil ik komen te zitten!” Al gauw maakte hij de overstap naar de rechterlijke macht. Hij begon bij de rechtbank Amsterdam en werd later rechter bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba en de Nederlandse Antillen. In 2010 ruilde Recourt de rechterlijke macht in voor de politiek en sloot hij zich aan bij de PvdA-Tweede Kamerfractie. Hij had naar eigen zeggen altijd al interesse in de politiek. “Wat ik leuk vind, is het omgaan met de wet en het zoeken naar rechtvaardigheid.” Hij vervolgt: “Als rechter kijk je naar dat vraagstuk op individueel niveau en als wetgever doe je dat op collectief niveau”. Naast het wettelijke aspect, was ook de interactie met andere disciplines iets wat Recourt erg aantrok. Dat speelde dan ook een belangrijke rol bij zijn keuze om niet terug te keren naar de reguliere rechtspraak, maar in plaats daarvan te kiezen voor het tuchtrecht. In het tuchtrecht wordt het grootste gedeelte door niet-juristen gedaan. “Het is een collegiale toetsing, waardoor de meeste leden van het college juist artsen of andere zorgverleners zijn.”
De beste match
In eerste aanleg bestaat een tuchtcollege uit vijf personen, waarvan er drie hetzelfde beroep uitoefenen als de aangeklaagde. “Artsen mopperen vaak dat juristen er niets van begrijpen, maar de meerderheid van zo’n college bestaat gewoon uit beroepsgenoten.” Uit allerlei beroepsgroepen binnen de zorg worden er mensen speciaal opgeleid om te kunnen fungeren als lid van het college. Wanneer er dan een klacht binnenkomt, wordt er nauwkeurig gekeken welke samenstelling de beste match vormt met de verweerder. “Als er bijvoorbeeld een orthopedisch chirurg wordt aangeklaagd, dan is het belangrijk dat minimaal twee of drie leden van het college chirurg zijn en in het ideale geval ook orthopedisch chirurg.” Een klacht wordt bijna altijd ingediend door een patiënt of een nabestaande en maar af en toe door een collega. “Vaak gaat het, naast een eventuele medische fout, ook om bejegening. De patiënt voelt zich niet gehoord. Soms gaat het ook over rouwverwerking, er is iemand overleden en de schuld moet ergens naartoe.” Door partijen met elkaar in gesprek te laten gaan tijdens het vooronderzoek, kan een verdere procedure soms worden voorkomen.
“Het is nooit leuk als je getoetst wordt en de conclusie is dat je het niet goed hebt gedaan.”
Het voornaamste doel van het medisch tuchtrecht is het verbeteren van de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg. Een procedure voor het tuchtcollege is een heel heftige procedure. Het is niet alleen heftig voor degene die klaagt, maar ook vooral voor degene die wordt aangeklaagd. “Hulpverleners kampen vaak met het gevoel ‘we helpen juist mensen’ en wanneer ze dan voor de tuchtrechter moeten verschijnen, dan staat dat haaks op hoe zij in het leven staan. Dan worden ze in plaats van hulpverlener ineens de dader.” Defensieve geneeskunde ligt op de loer en dat moet voorkomen worden. “Als je heel hard met een hamer op iemand gaat slaan, dan zal die persoon niet snel tegen zijn collega’s zeggen: ‘Ik heb nou toch iets geleerd, daar kunnen we allemaal wel wat van leren!’” Binnen het college wordt dan ook gezocht naar een manier om het leereffect te vergroten, zodat de schaamte van zo’n procedure er wat meer vanaf kan. “Het is nooit leuk als je getoetst wordt en de conclusie is dat je het niet goed hebt gedaan.” Hij vervolgt: “We willen dat die persoon daarvan leert, maar ook dat beroepsgroep daarvan leert.” In sommige gevallen is de individuele kwaliteit echter beter gediend door iemand uit het register te schrappen. Dat gebeurt volgens Recourt gemiddeld zes keer per jaar, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Crystal Meth
Veel van de tuchtzaken die Recourt behandelt, blijven hem bij. “Het is mensenwerk en dat maakt het ook zo leuk. In de gezondheidszorg gebeuren heel veel mooie dingen, maar ook hele vervelende.” Toch was zijn allereerste zaak als voorzitter om verschillende redenen bijzonder. “Het ging om een arts die buiten zijn werk om bij iemand Crystal Meth injecteerde, omdat dat kennelijk fijn was voor de seks. Na een van de injecties stierf die persoon.” Allereerst speelde de vraag of het tuchtrecht hier wel over ging, omdat de arts niet handelde in de uitoefening van zijn beroep. Nu kent het tuchtrecht volgens Recourt twee normen: de eerste norm is van toepassing op het handelen binnen de behandelrelatie en de tweede norm is van toepassing wanneer het handelen directe uitwerking heeft op de beroepsgroep. “In dit geval hebben we geoordeeld dat het zetten van deze injecties toch een medische handeling is, ook al gebeurde het buiten de behandelrelatie.” De arts werd uiteindelijk uit het BIG-register geschrapt.