Op initiatief van mijn huisgenoot vind ik mijzelf in het Erasmus MC, met open oren voor een lezing over medische neutraliteit. De ethicus die ons meeneemt in de wereld van dit begrip wijst erop dat er dikwijls sprake is van schijnneutraliteit ofwel “neutraliteit als ideologie”. Juist wanneer iets pretendeert neutraal te zijn, kan het in werkelijkheid ideologisch geladen zijn. Speelt dit ook in het recht? Mijn gedachten flitsen linea recta naar artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof, waarin de bronnen van het internationaal publiekrecht worden opgesomd. Lid 3 noemt onder meer ‘de door beschaafde volken erkende algemene rechtsbeginselen’. Het klinkt logisch en ogenschijnlijk neutraal, zeker gezien de context waarin het wordt vermeld. Maar wat betekent ‘beschaafd’ eigenlijk? En wie bepaalt dat? Is deze formulering werkelijk neutraal, of is zij – bewust of onbewust – doordrenkt met het ideologische gedachtegoed van de opstellers? Tijd om maar eens mijn eigen aannames flink onder de loep te nemen, op speurtocht naar verborgen schijnneutraliteiten.