De recente stijging van de rente op studieleningen als onderdeel van de studiefinanciering heeft veel studenten bezorgd gemaakt. De kwestie heeft terecht geleid tot serieuze vragen over de eerlijkheid van de renteverhoging. Met protesten, petities en juridische zaken probeert men dit besluit ongedaan te maken. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de achtergrond van de rentestijging, de juridische aspecten en de vraag of het zinvol zou zijn bezwaar te maken tegen deze veranderingen.
Stijgende rente voor studenten
De manier waarop de rente op studieleningen werkt, is eigenlijk best simpel. Het is gekoppeld aan de rente op Nederlandse staatsobligaties. Dus als die rente stijgt, stijgt ook de rente op studieleningen. Maar waarom stijgt de rente op staatsobligaties eigenlijk? Dat heeft te maken met besluiten die de Europese Bank neemt over rentetarieven en gebeurtenissen zoals fluctuerende energieprijzen. Als die factoren ervoor zorgen dat de rente op staatsobligaties omhoog gaat, merken studentenleningen dat ook. Dit kan namelijk betekenen dat studenten meer rente moeten betalen over hun leningen.
Zorgen over zorgplicht
In Nederland is er een wettelijke zorgplicht voor kredietverstrekkers. Deze zorgplicht houdt in dat zij klanten, in dit geval leners, volledig en tijdig moeten informeren over de gevolgen en risico’s van een lening. Het doel hierbij is duidelijk: het voorkomen van een overmatige schuldenlast. Een vergelijking kan worden getrokken met de effectenlease-arresten. Die hebben de basis gelegd voor de verplichtingen van financiële instellingen ten opzichte van klanten. In deze zaken heeft de Hoge Raad geoordeeld dat banken, gezien hun maatschappelijke rol en financiële deskundigheid, een bijzondere zorgplicht hebben. Deze bijzondere zorgplicht betekent dat banken actief klanten moeten informeren over de gevolgen en risico’s van financiële producten. Daarnaast hebben banken soms ook een waarschuwingsplicht. Dit houdt in dat zij verplicht zijn klanten te waarschuwen voor financiële risico’s en ongewenste gevolgen van leningen. Verder hebben banken een inlichtingenplicht waarbij zij de klant van alle relevante informatie moeten voorzien, zodat deze een weloverwogen beslissing kan nemen. Daarbovenop rust bij banken de plicht tot overleg over beschermende maatregelen. Dit betekent dat banken actief moeten samenwerken met klanten om passende maatregelen te treffen financiële schade te voorkomen.
Voor de Bus gegooid
Nu rijst de vraag: kan een vergelijkbare zorgplicht van toepassing zijn op de Staat als kredietverstrekker in het geval van studieleningen? En zo ja, heeft de Staat zich dan aan die zorgplicht gehouden? Hoewel de Staat geen commerciële instelling is, speelt hij wel een belangrijke rol bij het financieren van onderwijs voor en het verstrekken van leningen aan studenten.
De Staat heeft de afgelopen jaren gesuggereerd dat de rente op studentenleningen op nul procent zou blijven. Voormalig onderwijsminister Bussemaker herhaalde vaak in de Tweede Kamer dat studenten zonder angst zouden kunnen lenen en dat zij onder gunstige voorwaarden zouden kunnen aflossen. Bovendien gaan de meeste studenten op zeer jonge leeftijd een gigantische lening aan. Het lijkt aannemelijk dat de Staat een verantwoordelijkheid heeft studenten volledig en tijdig te informeren over mogelijke toekomstige veranderingen in de rente op studieleningen. Hoewel DUO nooit heeft beloofd dat de rente op studentenleningen op nul procent zou blijven, heeft de langdurige stabiliteit van dit percentage geleid tot het idee dat lenen zeer voordelig was.
De pen in
De stijging van de rente op studieleningen roept niet alleen vragen op over financiële verplichtingen, maar ook over de verantwoordelijkheid van de overheid jegens haar studenten. Het lijkt erop dat de recente renteveranderingen in lijn kunnen worden gebracht met de bekende Box 3 bezwaarzaak, waarbij gerechtigheid zegevierde na een golf van protest. Net zoals toen, kunnen studenten nu de pen oppakken en hun stem laten horen. Als onderwijs toegankelijk moet blijven, moet ook de transparantie en zorgplicht van de Staat tegenover zijn lenende studenten worden gewaarborgd. Laten we niet vergeten dat deze studenten de toekomst van ons land vormgeven. Zij verdienen rechtvaardigheid, duidelijkheid en een eerlijke kans.