De Verenigde Staten is sinds de jaren 80 van de vorige eeuw in de ban van het verslavende pijnmedicijn OxyContin. De drug werd door multinational Purdue Pharma ontwikkeld en verkocht door het grootste farmaceutische verkoopteam wat de VS ooit had gezien. De familie achter Purdue Pharma en toenmalig president van Purdue (Richard Sackler) had voor ogen iedere Amerikaan met pijn aan de ‘Oxy’ te krijgen. Hij wilde dit bereiken met agressieve verkooptactieken. In het begin van de 21e eeuw kwam echter naar buiten dat het medicijn veel verslavender was dan vermeld. Sindsdien stapelen de rechtszaken zich op.
Artsen verleiden en agressieve verkooptechnieken
Het bedrijf achter het medicijn OxyContin werd in 1892 opgericht door John Purdue en George Frederik om in 1952 te worden gekocht door de broertjes Sackler. Na deze overname werd het bestuur verder aangevuld door leden van de Sackler familie en dit is sindsdien zo gebleven. Naast dat de familie kennis had over medicijnen en de meesten een artsenopleiding hadden genoten, begonnen ze zich steeds meer te focussen op agressieve verkooptechnieken die nog steeds veel voorkomen in de Verenigde Staten. Verkopers van farmaceutische bedrijven proberen bij de directe verkoop van medicijnen artsen te verleiden met bijvoorbeeld cadeaus of tripjes naar vakantiehuizen. In plaats van zich puur te focussen op de veiligheid en kwaliteit van de medicijnen ging het de Sacklers steeds meer om geld verdienen. Op deze manier groeide Purdue uit tot één van de meest winstgevende farmaceutische bedrijven in Noord-Amerika. Zo heeft de familie Sackler het merendeel van haar fortuin vergaard.
Een listig faillissement
Jarenlang verkocht Purdue Pharma op grote schaal OxyContin, terwijl het risico op verslaving werd stilgehouden. In de honderden rechtszaken die werden aangespannen tegen het bedrijf kwam onder andere naar voren dat Purdue en daarmee ook de Sacklers wisten van de verslavende werking van het door hen zo agressief verkochte medicijn. Na de aanhoudende druk door de rechtszaken bekende Purdue en haar bestuur in 2007 dat ze tijdens de verkoop van OxyContin wisten dat hun drug verslavend was en misbruikt werd. Denk daarbij aan het fijnstampen en snuiven van het medicijn of aan het vloeibaar maken om het sneller in de bloedbaan te laten komen. De familie dreigde zelf aansprakelijk gesteld te worden voor de geleden schade. In het najaar van 2021 probeerde zij het verdiende geld veilig te stellen. Er werd een constructie bedacht waarbij Purdue failliet zou worden verklaard en zou worden omgezet in een soort stichting. De Sacklers zouden hier niet aan het hoofd van komen te staan en zo niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Purdue Pharma vroeg vervolgens hun definitieve faillissement aan en trof daarnaast een schikking van ruim vier miljard dollar om slachtoffers van de pijnstiller te kunnen ondersteunen.
Faillissementsrecht geschonden
Ondanks dat veel staten en slachtoffers blij waren met de uitkomst van de schikking en de hoop hadden dat ze met de afgesproken vier miljard veel schade zouden kunnen herstellen, waren er veel partijen die kritiek hadden. De familie achter Purdue kon weglopen met de negen miljard dollar die ze sinds hun schuldbekentenis in 2007 uit het bedrijf hadden kunnen halen. De Sacklers hebben nog geen moment geboet voor het leed wat zij hebben veroorzaakt. De Federal Court in New York heeft na alle kritiek die loskwam na deze schikking het faillissement vernietigd, omdat zij vond dat het faillissementsrecht was geschonden. Zij oordeelde dat het illegaal was niet meer aansprakelijk te kunnen worden gesteld wanneer er een schikking wordt getroffen en de familie, het toenmalige bestuur van Purdue, vrijuit gaat. Purdue laat het er nog niet bij liggen en heeft besloten in hoger beroep te gaan.