Prof. dr. Liesbeth Zegveld: ‘Niemand kan het nu permitteren om zijn mond te houden’

website formaat (10)

In haar nu 24 jaar durende carrière behandelde mensenrechtenadvocaat prof. dr. Liesbeth Zegveld heftige en impactvolle zaken. Ze verdedigde slachtoffers van gifgasaanvallen, klaagde de Nederlandse staat aan namens nabestaanden van Srebrenica en voerde onderhandelingen met de NS omtrent hun rol in de deportaties van Joden. Toch stelt zij dat er geen zaak was die haar zo aangreep als die van de Palestijnen. Onlangs nog werd er door het gerechtshof Den Haag een streep gezet door de leveringen van Nederlandse F-35 onderdelen aan Israël. Deze zaak won Zegveld namens verschillende hulporganisaties. Ze vertelt over haar keuze voor het vak, visie op de positie van mensenrechten en de invloed van de internationale gemeenschap op het conflict in Israël en Palestina.

Pleitbezorger voor gerechtigheid

Nadat Zegveld rechten studeerde aan de Universiteit Utrecht promoveerde zij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in het oorlogsrecht. Hierna koos zij ervoor advocaat te worden op gebied van het internationaal recht, mensenrechten en oorlogsrecht. Volgens haar kwam dit door een combinatie van mogelijkheden die op haar pad kwamen en de manier waarop zij dit pad richting gaf.

‘Kies iets wat bijdraagt aan het goede en niet alleen maar meer, meer, meer geld’

Als studente merkte zij dat ze iets wilde doen dat verschil maakte in de wereld. Zo luidt haar advies voor studenten: ‘Kies iets wat bijdraagt aan het goede en niet alleen maar meer, meer, meer geld.’ Ze vertelt dat haar wereldbeeld enigszins is veranderd door haar werk. Dit begon al bij haar eerste zaak als advocaat. Zij klaagde hierin de Nederlandse Staat aan namens nabestaanden van slachtoffers van Srebrenica. Deze zaak opende haar ogen over ‘het menselijk vermogen en onvermogen om het goede te doen.’ Ze vertelt dat ze nooit had gedacht dat ‘wij’ in staat zouden zijn tot zulke feiten. 

De complexiteit van mensenrechten

De positie van mensenrechten is volgens Zegveld niet makkelijk. ‘De soevereiniteit van staten, wat als een groot goed wordt gezien, staat haaks op het handhaven van mensenrechten.’ In een dergelijke afweging zouden naar haar mening mensenrechten het meeste gewicht moeten hebben. Een andere moeilijkheid is het feit dat het ongemakkelijk kan zijn om vanuit het Westen te bepalen wat universele mensenrechten zijn. Zegveld ziet dit deels anders. Zij stelt voorop dat je altijd moet blijven geloven in je eigen normen en waarden en die niet moet parkeren omdat landen daar anders over denken. ‘Het is belangrijk om mensenrechten te blijven bekijken vanuit de mensen zelf.’ Het zijn volgens haar niet de burgers, maar politieke regimes die vaak (bepaalde) mensenrechten schenden of ontkennen. ‘Dit gebeurt vanuit opportunisme, geloof of cultuur en niet vanuit het denken vanuit recht.’ Hierom zou je normen en waarden, opgelegd door dergelijke regimes, niet als heilig moeten zien. 

‘Wij hebben nog een soort boete te betalen en dit zou weleens de tijd van terugbetalen kunnen worden’

Toch blijft het belangrijk op te passen met de vanzelfsprekendheid waarmee wij onze normen en waarden opleggen aan de rest van de wereld. Er zit hier volgens Zegveld namelijk snel een ‘koloniaal tintje’ aan. Zij stelt daarom dat het belangrijk is dat ‘wanneer wij onze visie doorvoeren, we moeten zorgen dat dit tintje hier absoluut niet aan zit’. Er komen hier volgens Zegveld ook risico’s bij kijken voor het westen. ‘Door ons moeizame verleden zijn veel landen achterdochtig jegens beleid vanuit ons.’ Ze legt uit: ‘Wij hebben nog een soort boete te betalen en dit zou weleens de tijd van terugbetalen kunnen worden.’ Zij sluit bijvoorbeeld niet uit dat landen in de toekomst niet meer naar ons luisteren, omdat het ‘wel even goed is met ons.’ 

Daadkracht en dialoog

In het conflict tussen Israël en Palestina past het Westen ook een andere houding volgens Zegveld. Het conflict is volgens haar vanuit internationaal recht bezien een ondermijning van het systeem. Veel van de internationale organisaties die hulp proberen te bieden in het conflict, worden ‘gesidelined’ door westerse landen. Dit gebeurt onder andere doordat rapporten van de VN, HRW en Amnesty International worden weggezet als ‘meningen’. Namens verschillende organisaties daagde Zegveld de Nederlandse Staat succesvol voor de rechter om de levering van F-35 onderdelen aan Israël te stoppen. In september dient de cassatie, ingesteld door de staat. Toch vindt zij de zaak niet goed te doen. ‘Je kan alleen maar ergens voor werken als je er echt in gelooft.’ Haar geloof in het internationaal recht en dat Nederland achter dat recht staat, is bij haar erg verzwakt door de opstelling van de Staat.

‘Onverschilligheid kunnen we ons echt niet veroorloven’

Zegveld is een groot voorstander van het blijven voeren van de dialoog. Toen de Israëlische premier Herzog uitgenodigd was om het Holocaustmuseum te openen, voelde zij voor het eerst de drang te protesteren. Joodse vrienden van haar, die tijdens deze opening binnen zaten, merkten op dat er buiten een hoop lawaai was. Daarmee bereikte Zegveld iets waar zij veel waarde aan hecht: ‘een eerlijk gesprek met mensen die op een andere manier tegen de kwestie aankeken, gebaseerd op inhoud en argumenten.’ Zo blijf je on speaking terms. Deze gesprekken zijn volgens haar belangrijk om mensen in conflict een stem te geven. Door je uit te spreken kunnen alle groepen gehoord worden. Ergens niets van vinden in een dergelijk conflict is het grootste gevaar, je kan beter voor of tegen zijn omdat je dan een gesprek aan kan gaan. ‘Onverschilligheid kunnen we ons echt niet veroorloven.’

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top