Christa Wiertz-Wezenbeek is president van de rechtbank Amsterdam en bestuurt daarmee een organisatie met zo’n 1000 werknemers, waaronder 220 rechters. In deze functie moet zij vooruitkijken en anticiperen op de behoefte vanuit de samenleving. In haar kantoor op de rechtbank vertelt Wiertz ons over haar werkzaamheden, ontwikkelingen en de toekomst van de rechterlijke macht.
Na de middelbare school besloot Wiertz te gaan werken als bedrijfsleider in de modezaak van haar ouders. Het scheelde niet veel of Wiertz was helemaal geen rechten gaan studeren. Zij twijfelde tussen verder opklimmen in het bedrijfsleven of alsnog een rechtenstudie starten. In die periode ontmoette zij haar man, die haar van dat laatste overtuigde. Zij ging naar Utrecht en begon daar aan haar studie rechtsgeleerdheid. Toen zij eenmaal haar studie had afgerond, bleek een baan vinden moeilijker dan gedacht. “Het was recessie en we hadden net een kind gekregen. Ik wilde parttime gaan werken, maar dat bleek allemaal heel ingewikkeld.” Een vriendin van Wiertz werkte destijds bij de rechtbank Amsterdam en adviseerde haar om te solliciteren naar de functie van buitengriffier. Wiertz volgde dat advies op en begon zo haar carrière binnen de rechterlijke macht.
Geen doorsnee griffier
Binnen de rechterlijke organisatie bleek al snel dat Wiertz geen doorsnee griffier was. Zo nam Wiertz graag de leiding over verschillende projecten die ze gemakkelijk met haar werkzaamheden als griffier wist te combineren. Al vroeg werd Wiertz gepolst of zij niet wilde gaan leidinggeven. Zij was toen nog griffier, maar ambieerde het vak van rechter. “Ik wilde best gaan leidinggeven, maar eerst wilde ik nog rechter worden”, aldus Wiertz. En zo geschiedde. Wiertz rondde de opleiding tot rechter af bij de rechtbank in Utrecht en werd daar direct door de voormalig president benaderd om teamvoorzitter te worden. “Ik weet nog dat ik stomverbaasd was. Ik was pas net rechter; was dit niet wat vroeg?” Toch pakte Wiertz die kans met beide handen aan. Dat bleek een goede keuze, want sindsdien bekleedde zij talrijke leidinggevende functies bij verschillende rechtbanken in Nederland. In 2012 werd Wiertz president van de rechtbank Oost-Brabant en in 2019 stapte ze over naar de rechtbank Amsterdam.
De ontwikkelingen en de toekomst van de rechterlijke macht
In haar functie als president is Wiertz veel bezig met de toekomst van de rechterlijke macht. “Je kunt natuurlijk niet in die toekomst kijken, maar we hebben met een groep binnen de rechtspraak wel onderzoek gedaan naar trends en ontwikkelingen die ons in de komende 10 tot 15 jaar mogelijk te wachten staan.” Naar aanleiding van het rapport dat uit dit onderzoek voortkwam, ‘Scenarioplanning rechtspraak 2030’, vertrok Wiertz voor drie maanden naar de Verenigde Staten. Daar onderzocht zij technologische ontwikkelingen en sociale innovatie. “Digitalisering en technologische vooruitgang hebben de maatschappij, maar ook de rechtspraak veel te bieden. Tegelijkertijd zie je dat er een steeds grotere groep kwetsbare mensen is, die in deze veranderende wereld minder goed zijn weg kan vinden. De rechtspraak moet nieuwe technieken benutten, maar er ook oog voor houden dat het voor iedereen toegankelijk blijft.”
“Er zitten nog veel haken en ogen aan. Het is niet zo dat de robotrechter al voor de deur staat.”
In Amerika zag Wiertz dat technologie nieuwe dingen mogelijk maakt, maar dat de ontwikkelingen ook hun grenzen hebben. “Er zitten nog veel haken en ogen aan. Het is niet zo dat de robotrechter al voor de deur staat. Rechtspraak zal voorlopig toch echt nog mensenwerk blijven, waarbij technologie slechts een ondersteunende functie heeft.” Meegaan met de tijd, dat doet de rechtspraak volgens Wiertz al eeuwenlang. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de rechtspraaklocaties. “Vroeger moest je binnen een dag te voet een kantongerecht kunnen bereiken en binnen een dag te paard een plek waar je in hoger beroep kon gaan.” Op een gegeven moment werd de trein uitgevonden en kwamen er stations op verschillende plekken in het land. Door die ontwikkeling werden veel kantonlocaties gesloten, omdat je toen binnen een dag met de trein ineens veel verder kon reizen.
Waarde toevoegen
Volgens Wiertz is het belangrijk om onderzoek te doen naar de behoefte vanuit de samenleving, om vervolgens te kijken wat de rechterlijke macht daarmee kan doen. “We zien bijvoorbeeld steeds meer zaken waarbij mensen op meerdere fronten in de problemen zijn gekomen. Als de kraan open staat, dan moet je dweilen, maar je moet ook de kraan dichtdraaien. Dat betekent dat je ook proactief moet gaan kijken hoe het komt dat mensen in de problemen komen, en daarin samenwerken met andere partijen.” Intern wordt daar bij de rechtbank Amsterdam hard aan gewerkt. Zo wordt er geëxperimenteerd met een zogenaamde ‘schuldenrechter’. Dit houdt in dat er schuldhulpverlening aanwezig is op zitting, om mensen met grote schulden direct hiermee in contact te kunnen brengen. Daarnaast lopen er projecten die draaien om het vergroten van de regie van de rechter op het verloop van procedures. Ook is de rechtbank bezig met een omgevingsverkenning. Daarbij wordt gekeken hoe de stad verandert en wat dit betekent voor de rechter en de rechtbank.
“Als de kraan open staat, dan moet je dweilen, maar je moet ook de kraan dichtdraaien.”
Niet alleen de organisatie van de rechterlijke macht zal de komende jaren ontwikkelingen doormaken, maar ook het vak van rechter. Wiertz verwacht dat bij het toebedelen van zaken aan rechters nog meer zal worden gekeken naar ieders individuele competenties: welke vaardigheden en kennis zijn er nodig om een bepaalde zaak te behandelen? Daarnaast worden communicatieve vaardigheden steeds belangrijker, evenals het vermogen om jezelf – op een hoger tempo dan voorheen – aan te kunnen passen. Rechters krijgen op zitting veel te maken met andere culturen. Zij moeten ervoor zorgen dat de mensen in hun zittingszaal begrijpen wat er wordt gezegd en snappen wat het doel is van de uitspraak. Ondanks alle (technologische) ontwikkelingen blijft volgens Wiertz één specifieke kwaliteit van rechters de allerbelangrijkste. “Menselijk contact is onze kracht. Daar zijn we goed in en dat zal van grote waarde blijven in de toekomst.”
Als het allebei een plusje is, dan moet je ervoor gaan
Ondanks haar functie als president ligt Wiertz haar hart bij het rechterschap. “Ik hou van het rechterschap, maar daardoor vind ik het ook weer leuk om president te zijn. Vanuit die functie kun je de praktijk immers ook bedienen.” Aan studenten wil zij meegeven om hard te blijven werken en eruit te halen wat erin zit. “Kansen komen soms te vroeg voorbij, maar die kansen moet je wel grijpen. De organisatie moet ze je bieden en jij moet ze pakken.” Daarnaast adviseert zij om bij belangrijke keuzes altijd naar zowel je hoofd als je hart te luisteren. “Ik gebruik hiervoor een basale checklist. Als het allebei een plusje is, dan moet je ervoor gaan!”
Foto: Annemieke Jeuring