Pieter Jansen heeft zijn bachelor Rechtsgeleerdheid en de master Notarieel Recht behaald aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Inmiddels werkt hij ruim acht jaar als analist estate planning bij MeesPierson/ABN AMRO. Hij benadert zijn werk niet als een doorsnee jurist, maar met een gezonde dosis creativiteit. Daarnaast geeft Jansen les en zet hij zich in voor de samenleving door middel van vrijwilligerswerk. Hij heeft naast een standaard cv ook een ‘cv met schwung’ gevuld met filmpjes en foto’s. Deze duizendpoot vertelt over hoe hij zijn creativiteit kwijt kan in zijn werk en ambities als leraar. Dit gebeurt onder het genot van een fluitje, met op de achtergrond het geroezemoes van een bruine kroeg in Amsterdam.
Vrouwe Fortuna
Bij de vraag hoe Jansen terecht is gekomen bij zijn huidige tak van sport, noemt hij het puur geluk. Vrouwe Fortuna heeft hem een handje geholpen: hij was te laat met zijn inschrijving, waarna zijn oom hem heeft ingeschreven bij DUO voor de rechtenstudie. De eerste twee jaren zat er nog niet veel vaart in, maar naar zijn eigen zeggen was het studietraject een j-curve. ‘Toen ik klein was wilde ik geen profvoetballer worden, en zeker geen notaris.’ Pas tijdens zijn master begon alles meer vorm te krijgen.
Jansens grote inspiratiebron is zijn toenmalige scriptiebegeleider Bernard Schols. ‘Zonder hem had ik hier niet gezeten. Aan Schols heb ik denk ik mijn hele carrière te danken en dankbaar zijn is een groot goed.’ Het is met name zijn manier van lesgeven die Schols tot een bijzondere leraar maakt: ‘Hij vertelt fantastisch over estate planning, met sprookjes, en hij weet de klas te enthousiasmeren’.
Van leerling tot leraar
Als estate planner regelt Jansen het overdragen van (familie)vermogen naar de volgende generatie. Hij vertelt dat estate planning een generalistisch specialisme is. Enerzijds is het generalistisch omdat er verschillende fiscaal- en civielrechtelijke rechtsgebieden bijeenkomen. Anderzijds een specialisme omdat dit alles zich afspeelt rondom het overlijden van een persoon.
‘Ik geef liever hetzelfde advies aan de hondentrimster en de aannemer.’
Het is niet de definitie die Jansen het belangrijkst vindt aan zijn werk. ‘We kunnen het hebben over de beschrijving van estate planning, maar een goede leraar is wat ik uiteindelijk wil worden. Dat vind ik het mooiste wat er is.’ In dat kader vindt Jansen het net zo leuk om voor een klas te staan als vermogende particulieren te adviseren. ‘Ik ben eigenlijk meer een verhalenverteller dan het standaardtype jurist. Ik geef liever hetzelfde juridische advies aan de hondentrimster en de aannemer.’ En dat doet Jansen het liefst door middel van een verhaal, net zoals zijn scriptiebegeleider Schols.
Nu adviseert Jansen de rijkste 2% van Nederland, maar volgens hem moet de overige 98% hetzelfde advies kunnen krijgen. ‘Het gaat er met name om dat je je daar bewust van bent en dat je ook in een kroeg hetzelfde verhaal kan vertellen.’ En wat blijkt: ‘Ik heb een keer voor de kroegbaas bij mij in de straat hetzelfde rapport geschreven als wat ik geschreven heb voor een rijke meneer met vijf miljoen en een bv.’
Drie wijn te veel
Estate planning is alles behalve saai. Het vak blijft hetzelfde, maar het is telkens een andere puzzel die je moet oplossen. Iedereen heeft namelijk andere wensen voor zijn testament en soms is het ‘een grote soapserie’. Bij zijn werk komt veel emotie kijken. Als een vader bijvoorbeeld zijn bedrijf wél wil overdragen aan zijn ene kind, maar niet aan het ander, kunnen de gemoederen hoog oplopen. ‘Het is dan de taak van de estate planner om te zorgen dat er geen ruzie in de familie ontstaat; voorkom ruzie bij de kist.’ Dit is ook de titel van een boekje dat hij mij geeft, geschreven door zijn befaamde scriptiebegeleider.
‘Het is meer een beetje filosofie. Dat is het leuke van het vak.’
Jansen geeft nog een tip: maak een testament bespreekbaar. ‘Bespreek dit soort dingen onder de kerstboom als je net drie wijn te veel op hebt. Dat voorkomt heel veel gezeik.’ Hij vertelt dat estate planning is veranderd. Vroeger ging men met klanten golfen en droeg iedereen een pak. Volgens Jansen gaat het er tegenwoordig vooral om dat je een verhaal kan vertellen en to the point kan komen. ‘Stel dat je morgen de pijp uitgaat, wat wil je dan eigenlijk? Het is meer een beetje filosofie. Dat is het leuke van het vak.’ Het verhaal over de dood moet dus gaan leven.
Gouden wikkel
Naast zijn werk bij de ABN AMRO komen ook zijn ambities als leraar aan bod. Jansen heeft recentelijk het vak maatschappijleer gedoceerd op het ROC in Amsterdam. ‘Je kan er alles in stoppen: filosofie, een beetje psychologie en omgaan met financiën.’ Jansen kan zijn baan bij de ABN AMRO combineren met zijn passie voor lesgeven. Hij krijgt jaarlijks een aantal dagen waarin hij vrijwilligerswerk mag doen en dus voor de klas kan staan. ‘De ABN is in dat opzicht echt een hoffelijke werkgever, je kan super veel doen.’
‘Pieter Jansens gouden ticket naar de notaris.’
Jansen maakt graag gebruik van de faciliteiten via de ABN AMRO. ‘Leraar worden is natuurlijk mijn droom.’ Vroeger stond hij met knikkende knieën een spreekbeurt te geven voor de klas. Als hij nu ‘een spreekbeurt’ moet geven voor zestig klanten, vindt hij dat geen probleem en kan hij daar juist zijn creativiteit in kwijt. Dat is ook terug te zien in Jansens laatste idee. Hij vroeg zich af hoe hij mensen naar de notaris kon krijgen om een testament te maken. ‘Hoe kwam Sjakie in de chocoladefabriek terecht? Precies, ik geef klanten na het gesprek een reep met een gouden wikkel. Daar staat dan in: Pieter Jansens gouden ticket naar de notaris.’