Jan Willem de Groot. Vanaf 1994 studeerde hij Rechtsgeleerdheid in Groningen, waarna hij op bijzondere wijze terechtkwam bij het litigation-kantoor Russell Advocaten. Nadat hij in 2007 de overstap maakte naar Houthoff, werd hij in 2013 benoemd tot partner op de Corporate Litigation-afdeling. Als partner geeft De Groot leiding aan een team van topadvocaten en verdedigt hij onder andere de belangen van grote corporates in procedures bij onder andere de Ondernemingskamer. Op een maandagmiddag spreken wij hem via Zoom over zijn studentenleven, zijn tijd bij Russell Advocaten en de uitdagende zaken die hij als partner bij Houthoff heeft bepleit.
Alle eigenschappen van een advocaat
De Groot begon in het hoge noorden aan zijn bachelor rechten, de studie die hij op jonge leeftijd al wilde doen. “Ik weet eigenlijk niet precies waarom, maar mijn moeder zegt dat ik het vroeger nogal vaak riep.” Zijn studententijd omschrijft hij als te leuk, omdat de vereisten voor het veiligstellen van de studiefinanciering nog licht waren. “Daar maakten wij dan ook dankbaar gebruik van.” Niet zo gek dus dat De Groot eerlijk toegeeft dat hij pas op het allerlaatste moment begon met het studeren voor zijn tentamens. Een kwaal waar hij naar eigen zeggen nu nog steeds aan lijdt. Als De Groot bijvoorbeeld een dagvaarding moet schrijven die over 5 weken gereed moet zijn, wordt vaak eerst nog ander werk geprioriteerd. Zo gaat het gewoon in de praktijk. “Als de termijn er dan aankomt, begint de druk te komen en onder druk worden dingen vloeibaar.”
“Die eigenschappen heb je als advocaat naar mijn mening absoluut nodig”
Naast dat De Groot heel erg van zijn studententijd genoot, vond hij de studie gaandeweg leuker worden. Al helemaal toen hij zich kon specialiseren in burgerlijk proces- en ondernemingsrecht. “Die twee gecombineerd, is wat ik na twintig jaar nog steeds doe.” Ondanks dat De Groot aan het begin van zijn studie nog twijfelde over de rechterlijke macht of de advocatuur, merkte hij al snel dat hij de klassieke karaktereigenschappen van een advocaat bezat. “Het vechten voor een zaak sprak mij direct aan, ook omdat ik een heel vasthoudend en competitief type ben.” Hij vervolgt: “Die eigenschappen heb je als advocaat naar mijn mening absoluut nodig”.
Strijd om een (echte) Pieter Claesz
Na een stage bij Allen & Overy trok De Groot samen met een horde Groningse rechtenstudenten naar de hoofdstad. Toen hij ging solliciteren, stuitte hij in de Ars Aequi op een advertentie voor een evenement wat Russell Advocaten organiseerde. “De voornaamste spreker was de toenmalige president van de Hoge Raad van Zuid-Afrika die Nelson Mandela had bijgestaan in zijn proces.” Dit sprak De Groot dermate aan dat hij besloot om te solliciteren bij het kantoor dat gespecialiseerd is in ondernemingsrecht en een sterke niche heeft ontwikkeld voor kunst en recht.
“Op dat moment gingen allemaal deskundigen in de zittingszaal op verschillende wijzen vaststellen of het wel of niet een echte Pieter Claesz was.”
De Groot werkte met name in de ondernemingsrechtpraktijk, maar een kunstzaak staat hem nog goed bij. Het ging om een geschil tussen een koper en galeriehouder, waarbij de authenticiteit van een Pieter Claesz in het geding was. De twijfel van kenners aan de echtheid was voor de koper de reden om de koopovereenkomst te willen ontbinden. “Op dat moment gingen allemaal deskundigen in de zittingszaal op verschillende wijzen vaststellen of het wel of niet een echte Pieter Claesz was. Heel interessant.” Hij vertelt verder: “Van Pieter Claesz was bekend dat hij een krachtig penseel had en het doek was op bepaalde punten nogal onzeker, of korrelig. Dat was een aanwijzing dat het schilderij van de hand van een volger of leerling van Pieter Claesz was.”
Houthoff met hun ezel
Na bijna zes jaar bij Russell, maakte De Groot de overstap naar Houthoff. Hier werkt De Groot samen met zijn team aan procedures met aanzienlijke belangen. Zo stond hij investeringsfonds Elliott bij in hun strijd tegen Akzonobel. Daarnaast behartigt hij momenteel de belangen van AlbaniaBEG in hun zaak tegen ENEL rond een groot energieproject in Albanië. Ook trad hij op namens Raga tegen Shakhtar Donetsk-eigenaar Akhmetov, een van de rijkste personen van Oekraïne. Deze zaak ging om de verkoop van een Oekraïense telecomprovider met een waarde van 800 miljoen US dollar. Naast een goede voorbereiding met een sterk team en een zo simpel mogelijk pleidooi, acht De Groot het van belang om je punt op een visuele wijze duidelijk te maken. “Zo begon ik ooit middenin het pleidooi van de tegenpartij op een a4’tje een konijn te krassen. Dat had ik afgekeken van Rob Meijer, een bekende cassatieadvocaat van Houthoff.” Hij vervolgt: “Als je dan het papier draait, lijkt dit konijn meer een eend. Hiermee probeerde ik aan de rechters uit te leggen dat contractuele clausules vaak op twee manieren gelezen kunnen worden, maar dat daar in deze zaak juist geen sprake van was.”
“We zetten dat bord en die ezel dan neer in de rechtszaal, waardoor mensen daar steeds naar koekeloeren om te zien wat er precies wordt afgebeeld”
Een aantal jaar geleden inspireerde de tv-serie Mad Men hem tijdens zitting een ezel en een groot bord mee te nemen. Het doel hiervan is tweeledig, namelijk het visueel ondersteunen van zijn argumenten en het draagt er ook aan bij dat goed focus wordt gehouden op onderdelen die het Houthoff team belangrijk vindt. Dit handelsmerk is inmiddels wel bekend, zodat niemand er meer raar van opkijkt als het Houthoff team uit een taxibusje stapt met een ezel en een groot bord onder de arm. “We zetten dat bord en die ezel dan neer in de rechtszaal, waardoor mensen daar constant naar koekeloeren om te zien wat er precies wordt afgebeeld.” Om het plaatje compleet te maken, voegt De Groot altijd een pakkende quote toe. Zo ook tijdens een zaak omtrent een overnamestrijd van de nationale haven van Moldavië. “Die quote kwam vier keer terug in het vonnis, mooi dat die quote dus beklijft!”