Na een studie Rechten en later Japankunde is Michaëla Ulrici toch in de advocatuur terechtgekomen. Buiten dat zij de eerste vrouwelijke bestuursvoorzitter van NautaDutilh is geweest, is zij al jarenlang expert op het gebied van securitization en een vooraanstaande advocaat in de financiële sector. Verder zit ze in de raad van toezicht bij JINC – een organisatie die kansarme kinderen steunt bij het vinden van een baan – en is zij voorzitter bij het Amsterdams Universiteitsfonds. Kortom: iemand met meerdere kwaliteiten en ervaringen. Wij spraken haar over haar expertise, loopbaan en nevenfuncties.
Arigato, maar ik word advocaat
Michaëla Ulrici verhuisde na haar atheneum naar Amsterdam om zich vervolgens aan de UvA te wagen aan rechten. Deze richting trok haar, omdat het naar eigen zeggen een goede algemene studie is. Ze vervolgt met: “Dan kon ik daarna kiezen wat me echt lag.” Dat deed ze. Na het op jonge leeftijd afronden van de studie, vertrok ze naar Rotterdam. Hier ging zij Japankunde aan de Erasmus Universiteit studeren. Ze koos hiervoor uit pure interesse. Daarnaast is ze op uitwisseling in Japan geweest. Dit beviel zeer en uiteindelijk heeft ze met haar scriptie Japan en het recht weten te combineren. “Ik kan alleen maar aanraden je blik te verbreden, dus dat heb ik zelf ook gedaan.”
“Dan zou mijn werk bestaan uit kopiëren en koffie halen.”
Na haar studie ging ze bij NautaDutilh werken. Ulrici koos dit kantoor, omdat het kantoor een Japan-desk had. Ze liep dan ook mee met advocaten die Japanse klanten hadden. Aan het eind van besprekingen met deze cliënten werd dan ook vaak de grap gemaakt dat ze Japans sprak. “Ik werd dan compleet voor de leeuwen gegooid, het is namelijk een vrij ingewikkelde taal.” Na twee jaar werd haar gevraagd of ze niet naar Japan wilde voor het kantoor, maar dat zag ze niet zitten. Ten eerste was de gelijkheid tussen mannen en vrouwen daar nog niet zo ontwikkeld als in Nederland. “Dan zou mijn werk bestaan uit kopiëren en koffie halen.” Dat leek haar niets, zeker omdat ze al een periode had meegedraaid met het ‘echte’ werk van een advocaat. Ten tweede was ze al betrokken bij de ‘securitizationpraktijk’. “Ik vond het zonde om daarmee te stoppen. En ja, ik doe het nog steeds.”
Het opbouwen van een sector
Door het Japan-aanbod af te slaan, kon Ulrici uitgroeien tot een van de experts op het gebied van securitization in Nederland. Securitization is het contant maken van toekomstige geldstromen. Naast dat het een enorme juridische transactie betreft, vindt zij het samen met een klant ergens aan bouwen ook interessant. “Voor de ene klant is de oplossing een andere dan voor de andere klant. Dat maakt dat het elke keer weer puzzelen is.” Ulrici vertelt verder dat er bij securitization allerlei verschillende aspecten zijn, wat het dynamisch maakt.
“Wat ik leuk vind, is dat we bij elk probleem een oplossing hebben gevonden die vervolgens door de markt worden overgenomen als marktstandaard.”
Het moet allemaal in elkaar passen. Hierdoor blijft het voor haar na ruim twintig jaar ervaring nog steeds uitdagend. “Wat ik leuk vind, is dat we bij elk probleem een oplossing hebben gevonden die vervolgens door de markt wordt overgenomen als marktstandaard.” Dit blijkt ook uit het feit dat de stille cessie is opgenomen in het wetboek door securitization. “Het is leuk mee te werken aan de ontwikkeling van het recht.” In 2010 werd Ulrici zowel de jongste als eerste vrouwelijke bestuursvoorzitter van NautaDutilh. Ze vond dit een mooie uitdaging, waar ze andere kwaliteiten kon ontwikkelen. “Nu moest ik ineens een kantoor van 800 man gaan managen.” In 2014 ging ze weer terug de praktijk in. Op de vraag of ze het moeilijk vond om een stap terug te doen reageerde ze met: “Ik zie het niet als een stap terug doen, het geeft weer ruimte voor wat anders.”
Profijt uit non-profit
Naast haar werk als advocaat, zit Ulrici ook in de raad van toezicht van JINC. Dit is een non-profit organisatie met het streven de toegang tot de arbeidsmarkt voor kansarme kinderen te verbeteren. Dit doen zij door partnerschappen aan te gaan met kantoren en hun werknemers als vrijwilliger te laten optreden. Buiten dat ze de kwaliteit van de organisatie erg hoog vindt, is Ulrici ook erg te spreken over het vrijwilligerswerk dat ze daar verricht: “Je denkt dat je iets gaat brengen, maar je krijgt heel veel terug.” Haar tijd zit er bijna op bij JINC, maar ze staat zeker open voor meer van dit soort taken bij non-profit organisaties. “Het zijn hele inspirerende rollen die je kan en mag vervullen.”
De drie tips tot succes
Tot slot wil Ulrici aan ons studenten nog drie tips. Het eerste wat ze wil meegeven is: “Specialiseer je niet te vroeg, duik niet te snel in een niche. Laat je breed opleiden en kijk wat je leuk vindt. Een brede, reflecterende advocaat, is meer waard dan een superspecialist die het geheel niet overziet.” Het tweede: “Laat je niet ontmoedigen door het gevoel dat je alles moet weten.” En het laatste wat ze ons vertelt: “Zolang je het leuk vindt om je te blijven ontwikkelen, ga je een goede carrière in het recht tegemoet.”