Op 13 april 2021 heeft de Facebook Oversight Board geoordeeld dat het verwijderen van een filmpje met Zwarte Piet een terechte ingreep was van het platform. Eerdere, soortgelijke zaken gingen over berichten met haatdragend taalgebruik, aanzet tot geweld en naaktbeelden. De Oversight Board is een raad die in de ogen van Mark Zuckerberg de ‘Supreme Court’ van Facebook voorstelt. De raad laat echter in de naam van zijn eigen website (die luidt ‘Oversight Board’) expliciet achterwege dat het speciaal voor Facebook opereert. Probeert de raad zo zijn onafhankelijkheid te bevestigen? Eén ding is zeker: door af en toe te zwaaien met de witte vlag doet Facebook hier opnieuw een opmerkelijke poging tot democratisering van het platform. De vraag is alleen of de noodzaak niet al bestaat om grotere stappen te nemen.
Juridische grootheden buigen zich over Facebook posts
De Oversight Board bestaat uit negentien (in de toekomst 40), veelal juridische, experts van verschillende culturele en professionele achtergronden. Dit uiteenlopende karakter weerspiegelt, volgens hen, de diversiteit van Facebook. De raadsleden zijn stuk voor stuk individuen met een indrukwekkend carrièreverloop. Zo zetelen in de raad bijvoorbeeld professor constitutioneel recht en directeur bij Stanford Law School Michael McConnell, directeur Human Rights Watch Maina Kiai en voormalig minister-president van Denemarken Helle Thorning-Schmidt. De Oversight Board biedt gebruikers van Facebook en Instagram de gelegenheid om in hoger beroep te gaan tegen een besluit dat is genomen door het platform. Als een verzoek tot wijziging of verwijdering van een specifiek bericht niet is geslaagd, verschaft de Oversight Board een extra mogelijkheid dit aan te vechten. Facebook is vervolgens verplicht om aan deze besluiten te gehoorzamen.
Huisgemaakte Raad van Toezicht
Het doel is om een tegenwicht te zijn van Facebook. Maar kan onafhankelijkheid wel gewaarborgd worden? Hoewel er een omvangrijk en talentvol clubje aan tafel zit, is het werkelijke vermogen van de raad om ‘onafhankelijk’ recht te spreken onzeker. De raadsleden zijn benoemd door Facebook zelf. Daarbij komt dat de raad ook gefinancierd wordt door het platform middels een juridisch onafhankelijk fonds dat hen heeft voorzien van 130 miljoen dollar. Een goedgezinde relatie werkt dus in het voordeel van beide partijen. Het is daarom niet ondenkbaar dat er op deze huisgemaakte raad van toezicht veel kritiek wordt geleverd. Met als hoogtepunt de in september 2020 opgerichte Real Facebook Oversight Board: een groep cybersecurity professionals die de onafhankelijkheid van de raad sterk in twijfel trekt.
Het algoritme ontsnapt aan de waakhond
Content moderation, het controleren en/of verwijderen van berichten op sociale media, is een moderne vorm van censuur waarbij een platform zich buigt over het welbekende conflict tussen de vrijheid van meningsuiting en aanstootgevende uitspraken. Zoals wij eerder bespraken is het uiteindelijk aan de rechter om te bepalen over de vrijheden van sociale media om iets wel of niet te dulden. Het is dus veelbelovend hoe de Oversight Board zich als een waakhond neerzet die niet bang is om het ongedaan maken van berichten op te eisen. Desalniettemin is er nog steeds sprake van een grotere, onderliggende kwestie die door enkel content moderation onopgelost blijft: het ranking algorithm. Het design van Facebook bepaalt per gebruiker welke berichten bovenaan staan. Op deze manier wordt ieders opinievorming sterk beïnvloed en heeft Facebook een groot effect op het openbare debat. Door de Oversight Board wordt echter de publieke aandacht voor dit algoritme opnieuw afgewend.
Huisregels als wetboek
In tegenstelling tot het afwenden van de aandacht, stelt zich de vraag of er niet juist vanuit de Oversight Board gekeken moet worden naar het algoritme. Op dit moment baseert de raad zijn besluitvorming naast internationale verdragen grotendeels op regels die zijn opgesteld door Facebook zelf. Zo is de Zwarte Piet zaak onder andere beoordeeld aan de hand van Facebooks zogeheten ‘Values and Community Standards’. Op deze manier beschouwt de raad het uitgekiende karakter van Facebook dus als een gegeven. De kans is dus klein dat het design van het platform op basis van huisregels op de proef zal worden gesteld.
Is de Oversight Board bereid de volgende stap te zetten en Facebooks eigen regels achter zich te laten? De raad als content moderator is een eerste stap in de goede richting. Maar wie sleept nu het algoritme voor de rechter? Als Facebookgebruikers een beroep konden doen op het design en als deze experts nu zelf een argument zouden kunnen bouwen dat minder gebaseerd is op de huisregels maar meer op het internationale mensenrechten kader, dan zou er wellicht sprake zijn van een echte Supreme Court die werkt voor (of juist tegen) Facebook.