Litigation director en mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas buigt zich over grote pijnpunten uit de samenleving met behulp van strategisch procederen. Zo klaagde hij met verscheidene mensenrechtenorganisaties de Koninklijke Marechaussee (KMar) aan voor etnisch profileren. Wat is het voordeel van strategisch procederen? Hoe werkt dit in verband met de zaak tegen de KMar? Is het überhaupt mogelijk etnisch profileren te stoppen?
Alles in één
In het hartje van de UVA Roeterseiland Campus bevindt zich het kantoor van The Public Interest Litigation Project (PILP), een project van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. Klaas vervult de functie van Litigation director en is mensenrechtenadvocaat. PILP onderzoekt de potentie van strategisch procederen op het gebied van mensenrechten. Ze maken strategisch gebruik van alle elementen binnen de juridische procedure. Er wordt aandacht besteed aan de timing voor het indienen van de zaak, of je het bestuurs- of civielrechtelijke pad op moet gaan en welke bewijsstukken nodig zijn. Strategisch procederen wordt in samenhang met alternatieven ingezet, zoals overleg voeren, demonstraties organiseren en lobbyen. ‘‘Hier komt alles voor mij samen: mijn roep naar activisme, mijn interesse in mensenrechten en het bewust omgaan met de vele invalshoeken in een zaak.’’
Geen pamflet
Het PILP staat in contact met NGO’s, zoals Amnesty International, Greenpeace en Milieudefensie, die vaak de onderwerpen aankaarten. Een zaak vormgeven bestaat uit meerdere bijeenkomsten. ‘‘Bij de eerste bijeenkomst bedenken we of het probleem als een groot pijnpunt wordt ervaren door de gemeenschap. De gemeenschap moet niet denken, wat een suf thema, we kampen immers met grotere problemen.’’ vertelt Klaas. Als er vervolgens blijkt dat een rechtszaak zou bijdragen aan het doel, zetten ze de volgende stap.
‘‘je kunt niet aankomen met een pamflet bij de rechter’’
Bij de daaropvolgende sessie bespreekt PILP de zaak op strategische- en juridische vlakken. Hier schuiven vele belanghebbenden en experts bij aan, zoals academici en advocaten, meestal pro bono. Veel van de grootste kantoren uit Nederland werken mee met PILP, zoals Houthoff, Stibbe en de Brauw. ‘‘We vergaderen samen met de geraakte groep en zo bouwen we langzaam een zaak op. Dit duurt lang, maar dan heb je ook wat’’. Tijdens deze besprekingen moeten de betrokken specialisten de cliënt dienen. Klaas vertelt dat de mening van de cliënt wat betreft het algehele frame van de zaak erg belangrijk is. ‘‘Het moet echter juridisch staan als een huis, je kunt niet aankomen met een pamflet bij de rechter. Er zit soms spanning tussen de wens van de cliënt en het juridisch haalbare’’. Zo moeten mensen volgens Klaas beseffen dat het recht veel beperkingen heeft en dat rechtszaken niet zomaar grote institutionele problemen oplossen.
De Nigeriaanse geldsmokkelaar
Klaas was al langere tijd bezig met een aantal organisaties om etnisch profileren in Nederland aan te pakken. De Politiecommissaris van Amsterdam erkende in 2013 het probleem van etnisch profileren toen Amnesty met een gebundeld rapport kwam. Diezelfde avond ontkende de Landelijke politie dat er sprake was van een structureel probleem. ‘‘Etnisch profileren is op allerlei vlakken verschoven in de maatschappij, denk aan de rapper Typhoon die in zijn dure auto aan de kant werd gezet, de zwarte pieten discussie en de Black lives matter beweging.’’ De politie heeft uiteindelijk in 2018 het probleem erkend en definities aangepast. Dit is volgens Klaas “op papier een overwinning, maar in de praktijk nog steeds een probleem’’.
‘‘Hoe ziet een niet-Nederlander eruit?’’
De KMar gebruikt etnische profilering in het risicoprofiel bij grenscontroles. PILP had dit op de radar. In 2018 meldde D66 gemeenteraadslid en mensenrechtendocent Mpanzu Bamenga zich bij Klaas. Het kamerlid werd als enige uit de rij gehaald, omdat hij voldeed aan het risicoprofiel van een Nigeriaanse geldsmokkelaar. Volgens het rapport: snellopend, goed gekleed, draagt aktetas en heeft een niet-Nederlands uiterlijk. Klaas legt ons voor: ‘‘Hoe ziet een niet-Nederlander er dan uit? Je gaat al vrij snel uit op een onderbuikgevoel. Dit is discriminerend en het zegt niks over het hebben van een verblijfsvergunning.’’ Het hebben van een verblijfsvergunning is immers niet gebonden aan huidskleur. De rechter bepleit echter dat etnisch profileren in een risicoprofiel/selectiebeslissing mag, zodra het niet louter of in overwegende mate een element is. ‘‘Wij zeggen: als etniciteit een element is, is het altijd doorslaggevend. Een wit iemand die snel loopt met een aktetas wordt niet uit de rij gehaald. Daarnaast, kan je niet zien of iemand een Nigeriaan is.’’
Tweederangs burgerschap
Op 8 december 2022 is het Hoger Beroep, de zaak bij de rechtbank is naar zeggen van Klaas gruwelijk verloren.
‘‘Je hoort er niet bij als we naar je kijken’’
Volgens Klaas zijn we er nog lang niet in Nederland in tegenstelling tot sommige andere landen. Nog steeds lopen alle mensen van kleur altijd weer het risico eerder uit de rij te worden gehaald. Aan de ene kant was de uitspraak van de rechter goed voor de campagne, omdat het een hoop mensen wakker schudde. Tegelijkertijd is het enorm pijnlijk voor de gemeenschap van kleur. Klaas leeft mee: ‘‘Hoewel je op alle mogelijke manieren probeert bij de dragen aan de samenleving, wordt je toch elke keer subtiel verteld: je hoort er niet bij als we naar je kijken’’. Gekleurde mensen worden op deze manier eigenlijk geconfronteerd met een soort tweederangs burgerschap. In Nederland anno 2022 zou het niet langer toegestaan mogen zijn om etniciteit expliciet te gebruiken als rechtvaardiging voor discriminatie.
Klaas blijft positief ten aanzien van het Hoger beroep. ‘‘Als we winnen zou dit goed zijn als empowerment voor de algehele beweging en alle vlakken waar het speelt, zoals de toeslagenaffaire. Volgens hem zou het etnisch profileren overigens niet in één keer uitvlakken. Het is een uitvloeisel van een veel groter systematisch probleem. ‘‘Rome is niet in één dag gebouwd.’’