Nike heeft in New York een rechtszaak aangespannen tegen online verkoopplatform StockX, wegens het verkopen van NFT’s van Nike sneakers. Een NFT, oftewel non-fungible token, certificeert het houderschap en de echtheid van een digitaal product. De door StockX aangeboden NFT’s worden dus als echte Nike producten beschouwd. Nike eist een forse schadevergoeding en de onmiddellijke stop van de verkoop. De zaak vraagt om een gemoderniseerde blik op het merken- en intellectueel eigendomsrecht. De rechter krijgt de lastige, maar in de huidige tijd steeds vaker voorkomende frictie tussen technologie en het recht op zijn bordje. Of de wet er klaar voor is of niet, de versnelling richting een digitale wereld lijkt zich er in ieder geval niet door te laten vertragen.
Een peperdure NFT, wat moet je ermee?
Met de komst van de non-fungible tokens ondervindt de digitale markt een revolutie. Door digitale goederen zoals kunstwerken en liedjes om te dopen tot NFT’s worden ze onvervangbaar en uniek gemaakt. Net zoals de cryptovaluta, worden NFT’s gekoppeld aan een blockchain. Het digitale goed bevindt zich daardoor op een openbaar register dat vervalsing haast onmogelijk maakt. Een belangrijk verschil met cryptovaluta is dat NFT’s, de naam zegt het al, niet-uitwisselbaar zijn. Neem bijvoorbeeld de bitcoin. Het maakt niet uit welke specifieke bitcoin iemand bezit, want de munten hebben allemaal dezelfde waarde. Een NFT, daarentegen, is een uniek object en daarom niet-uitwisselbaar voor een andere NFT. Een bijzondere technologie, maar wat houdt dit vanuit juridisch oogpunt in? Het kopen van een (vaak extreem dure) NFT verschaft de koper namelijk nog geen intellectuele eigendomsrechten. De waarde van een NFT is enkel dat je een uniek goed bezit, wat interessant is voor doorverkoop. Maar wie naar intellectuele eigendomsrechten verlangt, lijkt aan een NFT nog weinig te hebben.
Nike sprint naar het gerechtshof
Net als iedere revolutie, brengt ook deze technologische ontwikkeling de nodige onrust met zich mee. Het wereldberoemde en miljardensportmerk Nike is onlangs op zijn teentjes getrapt. Afgelopen januari heeft StockX, een online marktplaats vergelijkbaar met eBay, NFT’s van Nike sneakers te koop gezet en in korte tijd al ruim 500 exemplaren verkocht. Naast het opmerkelijke feit dat StockX relatief veel hogere prijzen vraagt voor de NFT’s dan voor de gelijksoortige fysieke sneakers, is het in de ogen van Nike een zet die tot veel verwarring leidt bij consumenten en bovendien inbreuk maakt op de rechten van het bedrijf. In plaats van zelf intellectuele eigendomsrechten te ontwikkelen, heeft StockX ervoor gekozen een free rider te zijn en gebruik te maken van de goodwill van Nike. Het sportmerk beroept zich erop dat StockX inbreuk maakt op haar handelsmerk en stelt dat het ongeoorloofde gebruik van Nike’s merk een valse benaming inhoudt die leidt tot verwarring bij de consument. Een grote aantijging dus, die als het aan Nike ligt tot gepaste schadevergoeding moet leiden.
De juridische klassieker: woord tegen woord
Als het aan StockX ligt, is de opvatting van Nike dat de aangeboden NFT’s als een inbreuk op het merkenrecht te zien zijn onjuist. StockX stelt zich op het standpunt dat de NFT van de sneaker slechts als een aankoopbewijs dient, dat later ingeruild kan worden voor het fysieke paar sneakers. “We staan in ons recht klanten deze nieuwe en innovatieve manier van online handelen aan te bieden”, stelt StockX. Het lijkt dus een onschuldig motief, dat bovendien lijnrecht tegenover de aanklacht van Nike staat.
Het omvat een klassieker in de rechtszaal: het woord van de een tegen dat van de ander. Is het inderdaad een poging van StockX de klant een innovatieve manier van shoppen aan te bieden of een sluwe zet waarmee van het imago van Nike wordt geprofiteerd? Wellicht dat voor een eerste oordeel ook gekeken dient te worden naar de bedoelingen van de kopers. Wilden zij uiteindelijk een fysiek paar sneakers of juist de NFT als deel van hun (digitale) kapitaal? Gezien de grote waarde die NFT’s tot nu toe hebben en de torenhoge bedragen die mensen ervoor neerleggen, lijkt het argument van StockX niet erg overtuigend. Het ziet ernaar uit dat Nike zich al mag verheugen op een welverdiende portie schadevergoeding.