Met trots houd ik mijn kersverse rijbewijs vast. Eindelijk, na maanden van lessen en gefaalde examens, ben ik klaar om de weg te betreden. Met een sprankel van opwinding stap ik achter het stuur voor mijn allereerste rit. Al snel dwalen mijn gedachten af na het besef dat het besturen van dit voertuig gepaard gaat met een grote verantwoordelijkheid. De colleges over verkeersaansprakelijkheid banen zich langzaam maar zeker uit de kronkels van mijn brein. Het Porsche-arrest en cruciale pilaren zoals artikel 185 en 6 van de Wegenverkeerswet schieten door mijn hoofd. Hoe zat het ook alweer met de billijkheidscorrectie en de 100% en 50%-regel? Plots word ik uit mijn gedachten gerukt door het getoeter van de auto achter mij. Het verkeerslicht is groen. Ik rijd door en herinner mezelf eraan dat ik mijn focus beter bij het verkeer kan houden en mezelf niet te druk moet maken. De kwalificatie van roekeloosheid wordt immers niet zomaar opgelegd.