Procesrecht-advocaat Jessey Liauw-A-Joe is geen doorsnee Zuidas-advocaat. Sterker nog, als net afgestudeerde leek het haar niets om daar aan de slag te gaan. Dat haantjesgedrag en al die vergelijkbare persoonlijkheden spraken haar gewoonweg niet aan. Toch besloot zij na twee jaar om overstag te gaan. Zij verliet de Universiteit van Tilburg als docent en sloot zich aan bij Van Doorne als advocaat.
Liauw-A-Joe begon haar studie in Tilburg, omdat daar net een nieuwe studie van start was gegaan. Het was een combinatie van rechten en economie, maar al snel koos zij om alleen met rechten door te gaan. “Economie is toch abstracter met al die hypothetische modellen en formules, dat spreekt bij mij minder tot de verbeelding.” Liauw-A-Joe vond rechten niet alleen interessant, maar scoorde ook hoge cijfers. Zij mocht instromen in het Honorsprogram dat universiteitsbreed werd georganiseerd. Daardoor volgde zij ook allerlei niet-juridische vakken zoals Brain and Behaviour. “Ik vind heel veel dingen leuk, dat is nog steeds zo.”
Liauw-A-Joe wist als student bij wijze van spreken nog net dat een advocatenkantoor bestond. Wat zij daar precies deden en hoe zij daar terecht kon komen, was haar niet direct bekend. Toch denkt zij dat de meeste rechtenstudenten advocaat willen worden, dat is het meest bekende togaberoep. Voor haar was dat niet de reden om stage te gaan lopen bij NautaDutilh. “Ik wilde het zien, om het te kunnen uitsluiten… Dat liep even anders.” Bijvoorbeeld wat betreft die vermeende eenheidsworst viel het wel mee. “Het is veel diverser dan ik had gedacht, waarmee ik niet wil zeggen dat het nou héél divers is.”
“Ik kon makkelijker en minder geforceerd toegankelijke voorbeelden geven dan oudere docenten…”
Docent vs. advocaat
Vlak voordat Liauw-A-Joe de Universiteit zou verlaten, werd zij gevraagd of zij wilde blijven om docent te worden en te promoveren. Zij voelde zich vereerd en besloot om in ieder geval te solliciteren. Daarna ging het snel en werd zij aangenomen nog voordat zij was afgestudeerd (dat mag daar nu niet meer). Zij heeft zelfs college gegeven aan mensen waarmee zij zelf college heeft gevolgd. Natuurlijk vroeg zij zich af wat voor houding zij zichzelf moest geven en zij merkte dat zij juist niet afstandelijk moest gaan doen. “Ik kon makkelijker en minder geforceerd toegankelijke voorbeelden geven dan oudere docenten, zoals dat je te brak bent om de deur open te doen, terwijl je bank wordt afgeleverd.” Komisch genoeg kon Liauw-A-Joe veel beter zien of het kwartje was gevallen dan de meeste studenten dachten.Zij wist overigens lang niet alles en heeft gemerkt dat studenten dat accepteren zolang zij niet deed alsof zij wel alles wist. Veel geleerd dus, want mensen kunnen iets pas echt goed uitleggen als zij zelf boven de stof staan. Het is haar wel eens overkomen dat zij tijdens haar eigen uitleg doorkreeg hoe het nou precies zat. Dat kwartje viel dus soms tegelijkertijd bij zowel Liauw-A-Joe als haar studenten.
Het overdragen van haar enthousiasme op haar studenten vond zij heel motiverend, maar op een gegeven moment kwam zij tot de conclusie dat zij niet wilde promoveren. “Dan zijn je dagen wel snel geteld op een universiteit.” Liauw-A-Joe vond het weliswaar interessant om theoretische discussies te voeren met haar vakgenoten, maar was te nieuwsgierig naar de praktische kant van het recht. Zowel bij een groot kantoor als bij een hoogleraar kloppen partijen meestal pas aan als hun eigen juridische afdeling er niet meer uitkomt. Beide beroepen houden zich dus bezig met ingewikkelde zaken. Toch is werken op de universiteit geschikter als je er veel voldoening uithaalt om dingen écht tot op de bodem toe uit te zoeken. “In de advocatuur moet dat ook wel, maar vaak is daar niet genoeg tijd voor. Het is belangrijker dat het probleem wordt opgelost.”
“Meestal als ik hier de deur uit loop, ben ik alweer vergeten wat ik die dag gedaan heb.”
Nevenactiviteiten
Het lijkt alsof Liauw-A-Joe helemaal op haar plek is, maar wat haar soms tegenstaat is dat het uiteindelijk allemaal om geld draait. “Daarom heb ik het nodig om er veel dingen bij te doen, zoals de Weekend School.” Dat is een landelijke organisatie die basisschoolscholieren uit ‘achterstandswijken’ twee jaar lang elke zondag een ander beroep voorschotelt. Zo bezoeken scholieren uit Amsterdam-West een zondag per jaar de zevende etage van Van Doorne om een zitting voor te bereiden. Een tweede zondag gaan zij ook daadwerkelijk in toga naar de rechtbank om de zitting met échte rechters na te bootsen. “Ze stellen echt goede vragen en bedenken interessante argumenten dus dat is altijd heel inspirerend. Al vinden ze het verkleden (in toga) toch het allerleukst.” Daarnaast draagt Liauw-A-Joe graag bij aan de Green Business Challenge. Ongeveer een halve dag per week richt zij zich samen met een paar andere advocaten en bedrijfslieden op het verduurzamen van zakelijke reizen. Zij zijn bijvoorbeeld bezig met de vraag of en hoe het mogelijk is om korte zakenreizen niet meer per vliegtuig af te handelen, maar per trein. Tot slot is zij taalcoach van een meisje uit Myanmar dat zij om het weekend ziet. Liauw-A-Joe weet niet hoe zij alle ballen in de lucht houdt, maar wat volgens haar helpt is dat zij dingen goed kan loslaten. “Meestal als ik hier de deur uit loop, ben ik alweer vergeten wat ik die dag gedaan heb. Maar de volgende dag weet ik het weer.”