‘‘Dames en heren, het schip heeft de wal bereikt,’’ aldus voorzitter van de VN-conferentie Lena Ree. Na bijna twee decennia van onderhandelingen hebben de lidstaten van de Verenigde Naties overeenstemming bereikt over een juridisch kader ter bescherming van de oceanen. Met het ‘High Seas-akkoord’ wordt geschiedenis geschreven.
Een oceanische overwinning
Delegaties van meer dan honderd VN-lidstaten beklonken het verdrag na uitputtende onderhandelingen in New York. Het Oceaanakkoord moet de internationale wateren buiten nationale jurisdictie beschermen. Deze wateren bestrijken zo’n twee derde van het oceaanoppervlak. Het Verdrag is van groot belang om de ‘30×30-belofte’ te bereiken die de landen op de VN-biodiversiteitsconferentie zijn overeengekomen. Het doel is ervoor te zorgen dat 30% van de oceaan voor 2030 beschermd gebied is. Momenteel heeft slechts 1,2% deze beschermde status. Zonder een verdrag zou deze doelstelling niet gehaald worden, aangezien er tot nu toe geen juridisch mechanisme bestond voor het behoud van biodiversiteit in zeereservaten. Laatstgenoemde zijn gebieden in de oceaan die zijn aangewezen om de mariene biodiversiteit te beschermen.
Het Verdrag wordt gezien als een historisch moment voor de oceanen. Volgens Virginijus Sinkevičius, Eurocommissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij, is het verdrag een cruciale stap voorwaarts voor het behoud van het mariene leven en biodiversiteit. Dit is essentieel voor de huidige en toekomstige generaties. Hij is trots op de versterkte multilaterale samenwerking met partners, die een belangrijke troef vormt om de doelstelling van 30% oceaanbescherming te bereiken.
Het belang van een beschermde volle zee
Bijna twee derde van de oceanen ligt buiten de nationale grenzen. Dit wordt de ‘volle zee’ genoemd. Door versnipperde en minimaal gehandhaafde regelgeving is een groot deel van het oceaanoppervlak vrijwel wetteloos en onbeschermd. Momenteel kunnen alle landen zonder beperkingen varen, vissen en wetenschappelijk onderzoek verrichten in dit deel van de oceanen. Daardoor zijn deze vatbaarder voor exploitatie dan kustwateren. Onder andere toenemende visserij, scheepvaart en de dreiging van diepzeemijnbouw hebben als gevolg dat de oceanen meer dan ooit worden bedreigd.
Milieuorganisaties zien het VN-verdrag over biodiversiteit als een belangrijke stap voor de bescherming van de mariene biodiversiteit. De oceanen zijn van substantieel belang voor al het leven op aarde. Ze produceren de helft van de zuurstof die we inademen, regelen het klimaat en voeden miljarden mensen. Het verdrag beoogt de instelling van zeereservaten om de oceanen te beschermen. Dit dient tevens een ander doel. Zo stelt Liz Karan, directeur van het Pew-project voor oceaanbeheer, dat beschermde gebieden op volle zee een cruciale rol spelen bij het verzachten van de gevolgen van klimaatverandering. Regeringen en maatschappelijke organisaties moeten er nu voor zorgen dat het akkoord wordt aangenomen. Daarbij dient het spoedig en effectief te worden uitgevoerd om de biodiversiteit van de oceanen te beschermen.
Is er licht aan het einde van de oceaan?
Een van de belangrijkste struikelblokken die ontwikkelde- en ontwikkelingslanden verdeeld hield, waren economische belangen. Zo ging het om de vraag hoe genetische hulpbronnen en de uiteindelijke opbrengst daarvan eerlijk kon worden verdeeld. Deze hulpbronnen bestaan uit het genetisch materiaal van onder meer koralen en bacteriën, welke steeds meer wetenschappelijke aandacht krijgen vanwege hun potentiële belang voor gebruik in geneesmiddelen en cosmetica. Toch is er na een moeizaam proces eindelijk overeenstemming bereikt over de tekst van het Verdrag, dat zal voorzien in een evenwicht tussen natuurbehoud en economische belangen. Zo biedt het een juridisch kader om zeereservaten aan te kunnen wijzen, en om af te spreken wat in die beschermde gebieden is toegestaan. Ook geeft het regels voor het testen en controleren van geplande economische activiteiten en afspraken over een eerlijke verdeling van de winsten. Om te zorgen dat landen deze verplichtingen uit het Verdrag nakomen wordt er een Conferentie van Partijen opgesteld. De VN-lidstaten zullen ook periodiek verantwoording moeten afleggen aan dit toezichthoudend orgaan.
Inmiddels ligt het mondiale Oceanenverdrag op tafel, maar we zijn er nog niet. Het Verdrag moet eerst formeel aangenomen worden door de betrokken VN-lidstaten. Daarna begint het ratificatieproces en moeten de landen het akkoord in hun eigen wetgeving opnemen. Bovendien treedt het pas in werking na ondertekening door zestig landen. Toch is het vooruitzicht rooskleurig. De Europese Unie heeft bijvoorbeeld 40 miljard euro toegezegd om het akkoord te helpen ratificeren en implementeren. Met de EU als grote voorstander staat de teller al op 27 lidstaten. Een goede voorsprong voor de oceanen om de ambitie van 30×30-belofte te realiseren.