End-to-end encryptie: heet hangijzer voor opsporingsdiensten, zevende hemel voor criminelen

unnamed

Steeds meer communicatieplatformen zoals Whatsapp en Telegram werken met end-to-end encryptie: het versleutelen van berichten tussen zender en ontvanger waardoor ons recht op privacy wordt gewaarborgd. Hoewel deze versleuteling individuen beschermt in hun persoonlijke levenssfeer, roept het fenomeen zowel op nationaal als op Europees niveau vragen op. Resulteert dergelijke versleuteling van online communicatie in het faciliteren van cybercriminaliteit? En belemmert het als zodanig de politie en het Openbaar Ministerie bij bestrijding van seksueel misbruik van jongeren? Een spanningsveld ontstaat tussen het waarborgen van onze grondrechten enerzijds, en een veilige (online) samenleving voor jongeren anderzijds.

Indirecte causaliteit

Online delicten zijn niet gebonden aan tijd en ruimte waardoor criminaliteit tegenwoordig toegankelijker is. Deze tijd-ruimtecompressie resulteert in een toename van cybercriminaliteit. Er is geen duidelijk onderzoek dat aantoont dat encryptie een rol heeft gespeeld in deze toename. Desalniettemin zorgt versleuteling van gegevens en online communicatie er wél voor dat cybercriminaliteit, waaronder het verspreiden van kinderpornografische beelden, steeds lastiger traceerbaar is. Hierdoor zijn opsporingsdiensten belemmerd in hun wets- en rechtshandhaving en komen cybercriminelen makkelijker met hun daden weg. Hoewel van een rechtstreeks causaal verband tussen de encryptie en een toename van cybercriminaliteit geen sprake lijkt te zijn, is een indirecte invloed mogelijk aannemelijk.

Erkende motie afgewezen

De problematiek rondom end-to-end encryptie wakkerde een debat aan in de Tweede Kamer. Op 20 april 2023 heeft zittend Kamerlid Evert Jan Slootweg van het CDA een motie ingediend. Slootweg stelde dat Nederlandse techbedrijven die werken met end-to-end encryptie de overheid toegang moeten verlenen tot versleutelde data, uitsluitend conform adequate wetgeving. De onderbouwing van dit voorstel werd geschraagd door uitspraken van The US National Center for Missing & Exploited Children (NCMEC), een Amerikaanse organisatie die zich focust op de bescherming van kinderen. NCMEC stelt dat wanneer end-to-end encryptie wordt toegepast zonder een probate oplossing voor het beschermen van kinderen tegen online seksueel misbruik, meer dan de helft van de gerapporteerde signalen van dit misbruik zal verdwijnen.

Menigeen stak echter niet de hand op voor deze motie. De minister van Justitie en Veiligheid bood soelaas in een reactie die zij schreef op de motie van Slootweg. Hierin erkende ze dat encryptie de juiste opsporing belemmert, maar genoodzaakt was de motie van Slootweg te ontraden omdat het op gespannen voet staat met een eerdere motie die op 5 juli 2022 was aangenomen. In deze motie, voorgesteld door PvdD-Kamerlid Van Raan, werd de regering namelijk verzocht niet akkoord te gaan met (Europese) voorstellen die end-to-end encryptie onmogelijk maken. Kortom, het belang van het recht op privacy lijkt op dit moment zwaarder te wegen dan het belang van een veilige (online) samenleving. 

Passen en meten

Welk belang zwaarder weegt lijkt niet het uitgangspunt te zijn voor dit politieke debat. Het draait om het vinden van het juiste evenwicht tussen het recht op privacy en rechtshandhaving. Waar aan de ene kant opsporingsdiensten effectief moeten kunnen opereren op grond van een solide wettelijk kader, kan dit aan de andere kant geen vrijbrief zijn voor de ondermijning van ons recht op privacy. De focus moet liggen op hoe opsporingsdiensten toegang kunnen krijgen tot de versleutelde gegevens voor gerechtelijke doeleinden, zonder dat er sprake is van een schending van privacyrechten. Momenteel overweegt de overheid bijvoorbeeld cliënt-side device scanning, waarmee derden beveiligingsproblemen en kwetsbaarheden kunnen identificeren aan de zijde van de eindgebruikers. Wederom blijft het privacyrecht hierbij in het geding. Al met al is er sprake van een kwestie van passen en meten. Dit vergt tijd en vereist zorgvuldige overwegingen en nauwe samenwerking tussen zowel opsporingsdiensten als techbedrijven.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top