Werd het Geschiedenis of toch Rechten? Het scheelde maar weinig of Elisabeth Koekman had een totaal andere weg ingeslagen. Inmiddels heeft zij binnen de juridische wereld een indrukwekkende carrière achter de rug. Na haar allereerste zaak tijdens de destijds zesjarige RAIO-opleiding wist zij het zeker: de rol van officier van justitie was voor haar weggelegd. Deze droom wist zij uiteindelijk in Rotterdam te realiseren. Later is zij overgestapt en rechter geworden in Dordrecht. Na verloop van tijd werd zij afdelingsvoorzitter van het Jeugdteam in Den Haag. Nieuwsgierig naar haar verhalen, ging ik met Elisabeth Koekman in gesprek.
De togawissel
Haar tijd als officier van justitie beschouwt Koekman als dé ideale voorbereiding op haar latere functie als rechter. “Je moet als officier van justitie alle details van de zaak in je hoofd hebben en goed kunnen inspelen op wat er tijdens een zitting gebeurt. Je weet natuurlijk nooit wat een verdachte op zitting gaat zeggen”, vertelt zij. De OvJ weet hoe strafdossiers worden opgebouwd, wat de handelswijze van de politie is en hoe onderzoeken lopen. Deze kennis is later in haar functie als rechter goed van pas gekomen. Wanneer zij een dossier onder haar neus kreeg, viel het meteen op of er stukken misten en was het makkelijker het dossier snel te doorgronden.
Speel- en leeshoek
Binnen het Jeugdrecht staan er nog veel uitdagingen te wachten, los van het grootste obstakel: de wachtlijsten, achterstanden en personeelstekorten. De groei van sociale media heeft een grote invloed op de jeugdcriminaliteit. Met name online shamen, doxing, oplichten, texting en sexting zijn nieuwe problemen binnen het jeugdrecht, die beter aangepakt moeten worden. Sociale media brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee voor scholen en ouders. Scholen staan redelijk machteloos wat deze kwesties betreft. Zij proberen het gebruik van mobiele telefoons tijdens lessen en pauzes te beperken. Wanneer de schooldag voorbij is, hebben kinderen echter nog heel wat uren om online door te brengen. Het is vrij gebruikelijk geworden dat bijvoorbeeld bij een afwijkende mening de bedreigingen over het scherm rollen. Daar zit geen rem op. Om daartegen in het verweer te komen is als rechter zijnde heel lastig.
‘Het is een makkelijke manier van geld verdienen, en geld is onvoorstelbaar belangrijk voor de jeugd’
Een ander probleem dat Elisabeth opmerkt is dat vooral in grote steden steeds vaker jonge verdachten betrokken raken bij ernstige misdrijven. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van explosieven voor geld bij onbekenden. “Het is een makkelijke manier van geld verdienen, en geld is onvoorstelbaar belangrijk voor de jeugd”, aldus Koekman. Tegenwoordig bezitten veel jonge kinderen fietsen van duizenden euro’s, de nieuwste telefoons en dure merkkleding. Ze hebben meestal een bankpas op zak, budgetteren vinden ze lastig en ze hebben weinig besef van ‘op is op’.
Kleine denkertjes
Ouders hebben soms de neiging bepaalde situaties te bagatelliseren. In een kinderhoofd wordt er dan al snel gedacht: ik kom er wel mee weg. Dit leidt tot een enorme discussie over het kinderbrein. Het is belangrijk te beseffen dat kinderen van nu, niet meer de kinderen van vroeger zijn. Enerzijds hebben kinderen tegenwoordig veel meer verantwoordelijkheden en kansen. Het is normaler geworden dat jongeren meer verantwoordelijkheid hebben, zoals op steeds jongere leeftijd zelfstandig naar het buitenland reizen. Anderzijds worden ze soms tot 23 jaar niet als een volwassene behandeld als het gaat om strafbare feiten. Als het aankomt op verantwoordelijkheid nemen, zit er dus een kink in de kabel. Elk kind weet namelijk dat je niet mag stelen of brandstichten. Elisabeth zou dan ook graag willen dat deskundigen zich buigen over de aanpak van deze leeftijdscategorie.
Later als ik groot ben
De jeugdrechter bezit de bevoegdheid een combinatie te maken van ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing of een bepaalde soort therapie voor het hele gezin. Parallel daaraan loopt de strafzaak. Koekman maakt zich zorgen over de trend waarbij steeds meer jonge daders worden berecht volgens het jeugdstrafrecht. Het is juist van belang dat ook deze categorie wordt vastgezet, anders heeft het niet altijd het gewenste lerende effect. Koekman pleit daarom voor een strengere aanpak waarbij het in voorlopige hechtenis nemen van jeugdigen en jongvolwassenen soms noodzakelijk is. Zeker bij recidivisten of 12 jaars feiten, ook al is het uitgangspunt voor jeugdigen “schorsen, tenzij…”
‘Het is dan vechten tegen de bierkaai’
Het jeugdstrafrecht zal zich verder moeten ontwikkelen om nieuwe vormen van criminaliteit beter aan te pakken. Zij is van mening dat opvoeding en begeleiding een cruciale rol spelen in het voorkomen van crimineel gedrag onder kinderen. Het strafrecht kan slechts een deel van de oplossing zijn. “Maar zolang de ouders het zelf ook niet doen, kun je van een school, Raad van Kinderbescherming of Jeugdzorg niet steeds verwachten dat zij dit ten goede gekeerd krijgen”, vervolgt Koekman. Het strafrecht kan daar wel tegen in het verweer komen, maar dat vraagt een aanzienlijke opgave. “Het is dan vechten tegen de bierkaai”, stelt Koekman.
Zelf heeft Elisabeth gedurende haar studietijd geen rechtbank bezocht. Tijdens de eerste werkmaanden werd zij redelijk overdonderd. Zij geeft daarom als tip mee aan huidige rechtenstudenten: ga zo veel mogelijk stages lopen en grijp alle kansen die op je afkomen. Ga overal kijken als het even kan.‘Wie wil mee? Ik!’