Op 19 december 2024 heeft de Tweede Kamer een initiatiefwet van de ChristenUnie en GroenLinks-PvdA aangenomen die zwaardere straffen mogelijk maakt voor ‘hate-crimes’. Met deze wet willen de indieners een krachtig signaal afgeven dat discriminatie en haatzaaierij niet langer getolereerd worden. De focus ligt op het beschermen van minderheidsgroepen en het versterken van sociale cohesie. Hiermee hoopt de Tweede Kamer bij te dragen aan een samenleving waarin iedereen zich veilig en gerespecteerd voelt. Maar wat houdt de wet precies in en welke gevolgen heeft dit voor toekomstige strafprocedures en de vrijheid van meningsuiting?
Generaliserende wrok
Een hate-crime is een delict dat wordt gepleegd tegen een persoon of groep vanwege bepaalde identiteitseigenschappen, zoals etniciteit, religie, seksuele geaardheid of genderidentiteit. Voorbeelden hiervan zijn het mishandelen van een koppel van hetzelfde geslacht of het vernielen van een kerk. Hate-crimes worden momenteel niet als aparte strafbare feiten in de wet erkend, maar vallen onder bestaande wetgeving zoals discriminatie of geweld. Het voorgestelde wetsvoorstel heeft als doel de straf met een derde te verhogen wanneer het misdrijf het karakter heeft van een hate-crime. Dit houdt in dat een verdachte die door de rechter bijvoorbeeld drie jaar celstraf krijgt voor een misdaad, een verhoogde straf kan krijgen. Als blijkt dat de verdachte heeft gehandeld vanuit een discriminerend motief, kan de straf uitkomen op vier jaar.
Dit wetsvoorstel is bedoeld om steun te bieden aan de bestrijding van de bedreiging die hate-crimes voor de samenleving vormt. Een aanval op een individu, wanneer deze voortkomt uit een discriminerend of racistisch motief, wordt beschouwd als een aanval op de gehele betreffende groep en zelfs op de staat zelf. Wanneer de staat namelijk niet slaagt in het waarborgen van de veiligheid van minderheidsgroepen heeft dit gevolgen voor de geloofwaardigheid van de rechtsstaat. Het idee om hate-crimes strenger te bestraffen is echter niet nieuw. In 2020 werd dit voorstel al geïntroduceerd door toenmalig fractievoorzitter Segers van de ChristenUnie en GroenLinks-Kamerlid Buitenweg. Mogelijk heeft de snelheid van de behandeling van het wetsvoorstel te maken met de toenemende polarisatie in Nederland. De gebeurtenissen rondom Ajax-Maccabi Tel Aviv en de motie Becker hebben de spanningen binnen onze multiculturele samenleving verder doen oplopen.
Een kers op de strafmaat
Het wetsvoorstel voegt een nieuw artikel toe, namelijk artikel 44bis, dat specifiek gericht is op discriminatoire motieven bij misdrijven. Voor de strafrechter betekent dit dat voortaan extra aandacht zou moeten worden besteed aan de vraag of het gepleegde feit een discriminerend motief had. Het wetsartikel legt nadruk op het belang van het herkennen van discriminatoire motieven bij strafbare feiten. Dit aspect was tot nu toe minder expliciet vastgelegd in de Nederlandse wetgeving. Het gevolg hiervan is dat niet alleen de daad zelf, maar ook de intentie en onderliggende motivatie een grotere rol zullen spelen bij de strafoplegging. Deze ontwikkeling sluit aan bij internationale trends om discriminatie effectief te bestrijden en dit specifieke onrecht jegens slachtoffers te erkennen.
Vrijheid van meningsuiting in het geding?
Belediging, dat onder een hate-crime valt wanneer het een discriminatoir karakter heeft, zou voortaan ook zwaarder kunnen worden bestraft. Kamerlid Emiel van Dijk van de PVV uitte echter zijn bezorgdheid dat het wetsvoorstel de vrijheid van meningsuiting zou kunnen beperken. Hij vreesde bijvoorbeeld dat vrienden in de kroeg niet meer vrij zouden zijn om grappen te maken. Van Dijk vroeg zich af welke garanties er bestaan om te waarborgen dat de vrijheid van meningsuiting niet wordt aangetast. Hierbij werd echter over het hoofd gezien dat er geen nieuw strafbaar feit wordt toegevoegd aan de wet. Het enige verschil is dat belediging met een discriminerend karakter zwaarder bestraft kan worden. Belediging is immers al sinds 1866 strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht. Vrienden die iets te diep in het glaasje hebben gekeken, hoeven zich dus niet meer zorgen te maken dan voorheen. Maar wanneer beledigingen de grenzen van vriendschap overschrijden en duidelijk gericht zijn op discriminatie, kan de nieuwe wet voortaan een strengere strafmaat opleggen.