Mohammed Kudus, Steven Bergwijn en Antony – zijn (oud) sterspelers uit de hoogste Nederlandse voetbaldivisie. De drie voetballers hebben gemeen dat ze een stap wilden maken richting de internationale top. Doorgaans wordt het bedrag voor een speler neergelegd wanneer beide clubs en de speler in kwestie het eens zijn geworden over de desbetreffende transfer. Evengoed wordt een transfer van tijd tot tijd door een speler geforceerd wanneer deze graag weg wil, maar zijn huidige club hem aan het lopende contract houdt. Ieder van de hierboven genoemde spelers maakte zich schuldig aan een dergelijk forceren door afwezigheid bij zowel trainingen als wedstrijden. Is deze manier van forceren eigenlijk wel eerlijk en legaal? Voetballers zijn per slot van rekening ook gewoon mensen: zij hebben een arbeidscontract en zijn daarmee werknemers van een bedrijf. Wat zijn de gevolgen van een dergelijke werkweigering en waar verschilt de juridische positie van een voetballer met die van een ‘normale’ werknemer?
Donkerrode kaart
Martin Schimke, oud topsporter en specialist in arbeidsrecht, zegt dat het onmogelijk is gewoonweg ‘nee’ te zeggen. Een speler moet zich namelijk, los van wat er contractueel is afgesproken en naast de sancties die uit de overeenkomst voortvloeien, op grond van artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) als goed werknemer gedragen. Uiteraard kent het BW tal van uitzonderingen. Zo was er bijvoorbeeld tijdens de coronapandemie een zorgplicht omtrent hygiëne bij een wedstrijd, waardoor afwezigheid van spelers werd getolereerd. Zonder de uitzonderingen omtrent corona is het niet komen opdagen om een transfer te forceren al snel werkweigering. In het geval dat een werknemer zijn verplichtingen weigert na te komen of op onjuiste wijze nakomt, zijn daar consequenties aan verbonden in de vorm van zogeheten disciplinaire maatregelen. De bekendste vormen van disciplinaire maatregelen zijn waarschuwingen, schorsingen, loonsancties of zelfs ontslag. Regelmatig leiden dergelijke acties tot het inhouden van salaris.
Of toch geen ‘normale’ werknemer?
Profvoetballers sluiten, net zoals elke werknemer van een bedrijf, een arbeidsovereenkomst met een club. De wettelijke regels die bij de gebruikelijke arbeidsovereenkomsten komen kijken, lijken echter niet voor het betaalde voetbal te gelden. Zo is er een merkbare discrepantie tussen ‘de normale werknemer’ en de profvoetballer inzake de arbeidsrechtelijke wetgeving. Neem bijvoorbeeld de ‘ketenregeling’. Na drie jaar meerdere tijdelijke contracten te hebben gehad, of na het derde opeenvolgende tijdelijke contract, verandert bij een werknemer een tijdelijke arbeidsovereenkomst in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Deze standaardregeling zou niet kunnen werken in de voetbalwereld. Wanneer deze regeling zou gelden, zou er namelijk geen transfersom kunnen worden gevraagd voor een speler na drie jaar. In de ‘CAO Contractspelers Betaald Voetbal’ is daarom een uitzondering gemaakt waarbij, met een maximum van twaalf jaar, altijd sprake is van een tijdelijke arbeidsovereenkomst tussen speler en club.
Een andere uitzondering is de betaling van een schadevergoeding. Een tijdelijke arbeidsovereenkomst kan in principe door een werknemer tussentijds worden opgezegd. Veelal behoort de werknemer dan een schadevergoeding te betalen aan de werkgever die min of meer gelijk staat aan het resterende salaris op basis van de arbeidsovereenkomst. In de voetbalwereld zou dit eveneens niet werken. Een voetballer zou alleen nog maar zijn resterend salaris hoeven te betalen om naar een nieuwe club te mogen. Dit komt neer op een aanzienlijk lager bedrag dan een transfersom. Hier doet de arbitragecommissie van de KNVB haar intrede. Geschillen over transfers worden in eerste instantie niet door de civiele rechter beslecht, maar door dit onafhankelijke orgaan van de KNVB. Deze commissie, bestaande uit enerzijds meesters in de rechten en anderzijds mensen met specifieke kennis van voetbalzaken, heeft de autoriteit om zo’n schadevergoeding flink te verhogen. Het wordt daardoor onaantrekkelijk om als voetballer de arbeidsovereenkomst op te zeggen.
Buitenspel gezet door transfersom
Dat er meerdere arbeidsrechtelijke uitzonderingen gelden voor profvoetballers, is evident. Daarentegen verschillen spelers en ‘normale’ werknemers minder van elkaar waar het ‘werkweigering’ betreft. Niet participeren bij trainingen en wedstrijden overslaan, wordt de speler uiteindelijk behoorlijk aangerekend. De disciplinaire maatregelen die worden toegepast bij dit soort acties zijn voornamelijk het inhouden van salaris of terugplaatsen van de speler naar het tweede team van de club. Desalniettemin zal de (disproportionele) hoogte van een transfersom uiteindelijk leidend zijn bij het al dan niet laten passeren van een ‘geforceerde’ transfer. Sancties of niet.