De campagnes voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen komen bijna ten einde. Na een spannende nek-aan-nek race tussen Trump en Harris zal eindelijk blijken wie de 47e president van de Verenigde Staten wordt. Bepalend zal zijn welke kandidaat zichzelf het beste heeft weten te profileren in de zogenaamde swingstates. Bij de Amerikaanse verkiezingsstrijd draait het namelijk niet zozeer om het aantal directe stemmen vanuit de bevolking. Doorslaggevend is het aantal kiesmannen per staat dat daarmee gewonnen kan worden. Het kiescollege vormt al twee eeuwen steevast het doorslaggevende orgaan bij de verkiezingen. Hoe zit dit systeem exact in elkaar en is dit in lijn met het democratisch gedachtegoed?
Indirecte zege
De Amerikaanse president wordt niet rechtstreeks gekozen. Uit artikel 2 van de grondwet van de Verenigde Staten volgt namelijk dat deze wordt gekozen door kiesmannen, die zijn verenigd in het zogenoemde kiescollege. De kiesmannen worden per staat, met uitzondering van Maine en Nebraska, gewonnen door het the winner takes it all-systeem. Afhankelijk van de bevolkingsgrootte van een staat is er een bepaald aantal kiesmannen te winnen. Hierbij geldt een minimumvereiste van drie kiesmannen. Zo krijgt de presidentskandidaat die Californië wint 54 kiesmannen en kan de winnaar in Wyoming drie kiesmannen bijschrijven. In totaal zijn er 538 kiesmannen te verdelen. De kandidaat met de meerderheid van de kiesmannen, minimaal 270, wordt de nieuwe president van de Verenigde Staten. De uitslag wordt officieel gemaakt door de Senaat. Deze telt het aantal stembiljetten dat door de gewonnen kiesmannen is ingevuld, krachtens het twaalfde amendement van de Amerikaanse grondwet.
Democratisch grensgeval
Dat de Verenigde Staten deze bijzondere positie aan de staten onderling toekennen, is niet onbegrijpelijk. Het federalisme is namelijk verankerd in de grondwet. Zo komt het kiescollege ook voort uit federalistisch gedachtegoed. Wegens angst voor politieke overheersing door de grotere staten is gekozen voor een meer evenredig kiessysteem. Bij het huidige systeem zijn overigens wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Zoals vermeld, geldt in vrijwel elke staat het principe van the winner takes it all. Al decennialang zijn een aantal Amerikaanse staten trouwe aanhangers van een bepaalde partij. Zo kleurt Texas vrijwel altijd rood en Californië altijd blauw. Het gaat bij de verkiezingen dan ook telkens om de zogenaamde swingstates, staten waarin de uitslag erg moeilijk te voorspellen is door de enorme verdeeldheid. Er wordt weleens gesteld dat de gehele verkiezingen worden bepaald in een handjevol staten Dit oogt in een democratisch land met bijna 340 miljoen inwoners niet altijd even democratisch.
Ook wat betreft dat democratisch aspect valt nog het een en ander op te merken over het kiescollege en de verkiezingen. Een democratie is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. De bevolking kiest direct voor het kiescollege en daarmee is in beginsel aan de omschrijving voldaan. Er is echter een groeiende disbalans tussen het bevolkingsaantal van de staten en het aantal kiesmannen. In het eerder genoemde voorbeeld van Wyoming en Californië zorgt het huidige aantal kiesmannen ervoor dat in Wyoming één kiesman gelijkstaat aan de stemmen van 195.000 inwoners, terwijl het in Californië gaat om meer dan 700.000 inwoners. Daarnaast zijn er verkiezingen geweest waarin de kandidaat met de meeste stemmen uiteindelijk toch verloor. Zo had Hillary Clinton in 2016 bijna 3 miljoen stemmen meer dan Trump, maar won Trump.
Volhardend college
Het kiescollege is dus niet geheel onomstreden. Overigens is een groot deel van de Amerikaanse bevolking het hier zelf ook niet mee eens. In de afgelopen tweehonderd jaar zijn meer dan zevenhonderd voorstellen tot wijziging ingediend. Daarnaast heeft eind vorige eeuw bijna driekwart van de bevolking aangegeven het niet eens te zijn met de staat van het kiescollege. Voor tegenstanders van het college staat het helaas nog altijd stevig overeind. Aankomende verkiezingen zullen dan ook weer alle ogen gericht zijn op een klein aantal swingstates. In 2020 wist Biden vrijwel al deze staten naar zijn hand te zetten. In wiens voordeel de verkiezingen dit keer uitvallen, zal snel genoeg blijken.