Hanneke De Coninck is curator en adviseur bij vele spraakmakende faillissementen en herstructureringen. Grappig genoeg ontstond haar relatief nieuwe kantoor, Florent (gevestigd op de Zuidas) uit zo’n faillissement. Naast het managen van het kantoor en het behandelen van deze enorme faillissementen is zij ook nog moeder van twee jonge kinderen. Hoog tijd om haar te vragen hoe zij dit combineert.
Aan de Universiteit van Maastricht begon het juridische leven van De Coninck. Zij vertelt vol vreugde over haar studententijd. ”Vaak realiseer je je pas achteraf hoe mooi een periode is in je leven. Als ik nu terugkijk op mijn studententijd kan ik gerust zeggen dat dat een van de mooiste periodes van mijn leven is geweest.”
Angelsaksische cultuur
De Coninck heeft in het verleden altijd internationaal actief willen zijn. Toch is zij na het bijwonen van een bedrijven- en instellingendag bij Van Doorne terecht gekomen, een oer Hollands advocatenkantoor. Deze keuze heeft alles te maken met het beeld dat zij inmiddels had gekregen van de advocatuur. “Een Angelsaksisch kantoor is natuurlijk onderdeel van een veel groter geheel, dus als het gaat om strategie en welke cliënten je wilt en mag bedienen heb je daar veel minder over te zeggen dan wanneer je bij een echt Nederlands kantoor werkt.” De Coninck licht toe dat je hier als stagiair of beginnend advocaat nog niks mee van doen hebt, dan moet je gewoon ‘de zaken doen die op je bord komen’.
Als wij het over de cultuurverschillen tussen Nederlandse en Angelsaksische kantoren hebben, vraagt De Coninck of wij naar de serie de Zuidas kijken. “Ik snap dat alles overdreven en gedramatiseerd wordt. Maar als er wordt gezegd dat het allemaal draait om het werk en je declarabele uren en dat het veel ellebogenwerk werk is, dan doe je die kantoren heel erg tekort..”. Of het er bij de Angelsaksische kantoren net zo aan toe gaat als bij de serie Zuidas , kan zij niet zeggen. Wel kunnen wij uit het verhaal van De Coninck opmaken dat de cultuur van overwerken en ellenbogenwerk vermoedelijk net een tandje meer bij de Angelsaksische kantoren heerst, dan bij de Nederlandse.
Florent
De Coninck moest haar wintersport met de familie aan zich voorbij laten gaan toen zij als curator in het faillissement van V&D en La Place werd benoemd. De samenwerking tussen Kees van de Meent en De Coninck en hun teams gedurende het faillissement van V&D en La Place bleek een uitstekende combinatie. Beide wilden graag samen verder, dus hebben zij een nieuw kantoor opgericht, genaamd Florent. Op het nieuwe kantoor wordt nog wel eens gegrapt: “V&D staat voor Van de Meent & De Coninck”.
Bij zo’n groot faillissement als V&D en La Place en McGregor/Gaastra komen ook de minder leuke kanten van het curatorschap kijken. Er liggen bijvoorbeeld vaak heel veel goederen van leveranciers in de winkel die een eigendomsvoorbehoud op die goederen claimen (en dus zeggen dat de goederen nog steeds hun eigendom zijn), Als de curator deze goederen verkoopt, stellen veel leveranciers de curator aansprakelijk. Deze aansprakelijkheid ziet niet altijd alleen op de boedel oftewel q.q. (in uw kwaliteit dus) maar ook op privé. “Tijdens de eerste dagen vliegen de e-mails en faxen (ja, we krijgen nog steeds faxen) met persoonlijke aansprakelijkstellingen je om de oren.”
“Om 8 uur liggen ze weer in bed, dus dan kan ik m’n laptop weer open doen.”
Dat het zijn van curator én (managing) partner een lastige combinatie is, manifesteert zich vooral in de thuissituatie. Valt dit wel te combineren met het hebben van twee jonge kinderen en een man? Daarover is zij duidelijk: “Ja, dat is soms lastig. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen dus blijkbaar kan het wel. Het is een kwestie van goed plannen en je vak wel heel leuk vinden. Als je dat niet vindt, dan is die combinatie héél erg lastig.” De kinderen zijn nog jong, dus die liggen al vroeg in bed. “Om 8 uur liggen ze weer in bed, dus dan kan ik m’n laptop weer open doen.” Daarnaast heeft zij een liefdevolle man die haar steunt en haar carrière enorm respecteert. Hij heeft zelf een stap teruggedaan om meer tijd met de kinderen door te kunnen brengen.
Nadat De Coninck vertelde dat zij tussen half 7 en 8 haar tijd probeert vrij te maken voor man en kinderen beseften wij hoe kostbaar haar tijd is. Wij breidden dus maar snel een eind aan het interview, zodat zij vandaag iets langer met de kinderen kon zijn.