Het is half vijf ’s avonds op een vrijdag in november. De schemering valt snel, de lucht is koud en de straten zijn gevuld met mensen die inkopen doen voor de feestdagen. Met mijn ouders lopend over de Dam zien we in de verte een verontrustende situatie ontstaan. Met een scherpe stem in de koele lucht staat een vrouw schreeuwend tegenover een man. Zodra de vrouw weg probeert te rennen, achtervolgt de man haar. Een heftige woordenwisseling tussen beiden volgt en de man maakt aanstalte de vrouw te slaan. Zonder te aarzelen grijpt mijn vader in, stelt zich tussen beiden en houdt de man vast. Artikel 53 Sv schiet door mijn hoofd: in geval van ontdekking op heterdaad is een ieder bevoegd de verdachte aan te houden. De drukte op de Dam trekt de aandacht van omstanders. Mensen pakken gehaast hun telefoon en bellen het noodnummer. Ik kijk om me heen en vraag me af of mensen wel beseffen dat er een legitieme basis bestaat om in te grijpen in dergelijke situaties.