Als je één van deze roomkaasproducten nog nooit geprobeerd hebt, raad ik je dat bij deze ten zeerste aan. Heerlijk voor op je toastje en bovendien een uitstekend bruggetje naar een gesprek met die knappe advocaat tijdens de vrijmibo. Want wie vraagt zich niet af of het zin heeft om het geheim achter de smaak van Heks’nkaas te ontrafelen? Of van Smurfenijs?
Recent ontstond er een geschil omdat kaasproducent Levola concurrent Smilde ervan beschuldigde dat zij precies hetzelfde product op de markt had gebracht, maar dan met een andere naam (Witte Wievenkaas i.p.v. Heks’nkaas). De essentiële vraag in deze procedure was of de smaak van een voedingsmiddel überhaupt beschermd kan worden door het auteursrecht.
Wonderbaarlijk genoeg is er vóór deze uitspraak geen enkele zaak geweest waaruit blijkt of een smaak nou wel of niet kan worden aangemerkt als een ‘werk’.
Om daarvoor in aanmerking te komen, moet de smaak van het product als een ‘werk’ in de zin van de Auteurswet kwalificeren. Volgens vaste Europese rechtspraak is sprake van zo’n ‘werk’ wanneer een maker bij het vormgeven van een creatie vrije en creatieve keuzes heeft gemaakt en de creatie daardoor een persoonlijke noot van de maker draagt. Oftewel, een product moet uniek zijn voordat je het auteursrechtelijk kan beschermen.
Wonderbaarlijk genoeg is er vóór deze uitspraak geen enkele zaak geweest waaruit blijkt of een smaak nou wel of niet kan worden aangemerkt als een ‘werk’. Over geur zijn er wel nationale uitspraken gedaan, maar hierover zijn de rechters in Frankrijk en Nederland het niet met elkaar eens. De Cour de Cassation heeft namelijk besloten dat geur niet als ‘werk’ kan worden gezien en de Hoge Raad vindt van wel.
Het Hof Arnhem-Leeuwarden besloot vanwege al deze onduidelijkheid om een prejudiciële vraag te stellen aan het Europese Hof van Justitie (HvJ). Het HvJ geeft vervolgens kort en bondig aan dat er aan twee eisen moet worden voldaan om te kunnen spreken over een ‘werk’. Ten eerste moet het werk oorspronkelijk zijn en ten tweede moeten de bestanddelen van een dergelijke schepping uitdrukking geven aan die schepping. Tot zover niets nieuws, maar het HvJ gaat er gelukkig nog iets verder op in. Het moet gaan om een voorwerp dat voldoende nauwkeurig en objectief geïdentificeerd moet kunnen worden.
Het Hvj overweegt namelijk ook dat naar de huidige stand van de wetenschap het nog niet mogelijk is om smaken van voedingsmiddelen nauwkeurig en objectief te identificeren en te onderscheiden van andere smaken.
Dat lijkt misschien nog steeds vrij vaag, maar realiseer je wel dat het een heel lastig verhaal wordt om smaak objectief te identificeren. Drop wordt immers niet door iedereen op aarde evenveel gewaardeerd. Het HvJ vervolgt dat subjectiviteit bij de invulling van het werkbegrip zorgt voor een (ernstige) aantasting van de rechtszekerheid over de vraag wat precies beschermd wordt door het auteursrecht. Zodoende concludeert het HvJ dat smaak niet auteursrechtelijk beschermd kan worden. Hier kan in de toekomst wellicht wel verandering in komen. Het Hvj overweegt namelijk ook dat naar de huidige stand van de wetenschap het nog niet mogelijk is om smaken van voedingsmiddelen nauwkeurig en objectief te identificeren en te onderscheiden van andere smaken. Wie weet bestaat er over een paar jaar een scanner die smaak nauwkeurig en objectief moet gaan identificeren. Over geur doet het HvJ helaas (nog) geen concrete uitspraak.
Voorlopig kunnen wij in Nederland dus vrolijk blijven doorzoeken naar de ingrediënten voor smurfenijs en mogen de Fransen zelfs blijven hopen op een kopie van Coco de Chanel.