Stel jij staat in een lange, zwarte toga voor een overvolle rechtszaal en alle ogen zijn op jou gericht. Tegelijkertijd moet je een beslissing nemen in een uiterst lastige zaak met de volgende feiten; een ernstig ziek kind van zeventien jaar oud weigert zijn medische behandeling die wellicht zijn leven kan redden. Waarom? Omdat zowel de ouders als het kind de behandeling in strijd vinden met de beginselen van hun geloofsovertuiging. Aan de andere kant bepleit de arts dat zonder deze medische behandeling, het kind spoedig zal komen te overlijden. Kortom, het zwaard van Damocles dreigt merkbaar boven de rechtszaal. Wat zou jij oordelen als rechter? Zou jij een behandeling afdwingen of naar het kind luisteren?
Moraliteit (vs) het recht
Deze voorgaande casus is ontleend aan de fictieve casus in het boek en de verfilming “The Children Act” (Ian McEwan). In het verhaal gaat om de jonge patiënt Adam. Hij is zeventien jaar oud en lijdt aan de levensbedreigende ziekte leukemie. Hij en zijn ouders zijn strenge Jehovagetuigen en geloven dat zijn enige redmiddel, de bloedtransfusie, tegen de principes van de bijbel is. Het ziekenhuis wil echter door middel van een gerechtelijk bevel de behandeling afdwingen. Bovendien toont de arts aan dat de jongen snel komt te overlijden – op een overigens zeer pijnlijke wijze – als er geen behandeling wordt gestart. Moraliteit en het recht staan lijnrecht tegenover elkaar.
Maak kennis met David
Het voorgaande voorbeeld lijkt wellicht voor sommigen vergezocht, maar niets is minder waar. In 2017 besliste het gerechtshof in Amsterdam over de zaak van de twaalfjarige David. De ouders waren het oneens met elkaar over de chemokuur van hun zoon. De vader was van mening dat zijn ex-vrouw te veel invloed had op de keuze van David. De psychiater constateerde echter dat David daadwerkelijk wilsbekwaam kon worden beschouwd om deze keuze voor zichzelf te maken. Hij kon namelijk precies uitleggen wat zijn ziekte en behandeling inhielden en ook wat de gevolgen zouden zijn als hij niet voor de chemokuur koos. De vader van David kreeg ongelijk in deze zaak, David kon zijn behandeling weigeren. Lees hier David 2.0 zaken.
Wat zegt het recht?
In de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst is bepaald dat bij gevallen waarbij het kind onder twaalf jaar is, de ouders mogen beslissen over de medische hulp. Het kind wordt wel om zijn of haar mening gevraagd. Vanaf twaalf tot zestien jaar moeten zowel het kind als de ouders toestemming geven voor een behandeling. Als een van de twee partijen weigert, gaat de behandeling niet door. Vanaf je zestiende mag jij als kind wel zelf beslissen in Nederland. Globaal gezien kan worden gezegd dat de mening van het kind altijd telt zoals ook is vastgelegd in artikel 3 en artikel 12 VN Kinderrechtenverdrag. Hoe ouder het kind is, des te zwaarder zijn of haar mening telt.
Tip van de dag
Deze voorgaande bepalingen lijken erg duidelijk en concreet, maar alsnog blijven dit soort vraagstukken zeer casuïstisch door alle variabele, menselijke omstandigheden die in deze zaken spelen. Mijn tip van de dag is dan ook: kijk de film of lees ouderwets het boek over dit onderwerp in de zomervakantie. Laat jezelf als jurist in spé door Ian McEwan op de proef stellen!