Vandaag een kleine primeur. Op zijn kantoor in Amsterdam spreken wij Don Ceder: een succesvol advocaat én politicus. De schuldenproblematiek gaat hem aan het hart, maar naar eigen zeggen voelt de goedlachse Ceder zich betrokken bij veel meer maatschappelijke problemen. Zijn inzet blijft zeker niet onopgemerkt, in januari 2018 stond zijn naam zelfs op de lijst van de Forbes: 30 under 30 Europe.
Schuldenproblematiek
Ceder studeerde rechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hoewel hij met enige twijfel begon, trokken al vrij snel allerlei vrienden en kennissen bij hem aan de bel voor gratis juridisch advies. Ceder kreeg vooral veel vragen op het gebied van de schuldenproblematiek. Ceder merkte op dat incassokosten vaak te hoog waren en partijen misbruik maakten van mensen hun kennistekort. Na zijn studie besloot hij met een aantal anderen zich in te zetten voor deze schuldenproblematiek en opende gezamenlijk een juridisch kantoor. Mede dankzij hun inzet en procedures tegen incassobureaus wordt er inmiddels anders gekeken naar schulden. “Er wordt inmiddels veel meer gekeken naar het probleem zelf, in plaats van dat instanties slechts alleen maar met de vinger wijzen.”
“De overheid zou als beleidsmaker én grootste schuldeiser het goede voorbeeld moeten geven.”
Ondanks dat Ceder van mening is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het aangaan van schulden, is het systeem in Nederland nodig aan verandering toe. “De overheid zou als beleidsmaker én grootste schuldeiser het goede voorbeeld moeten geven.” Op dit moment heeft één op de vijf huishoudens in Nederland te maken met schulden. Nu worden vaak oude vastgeroeste principes toegepast om mensen ertoe te zetten om te betalen, zoals het standaard verhogen van de kosten wanneer mensen niet op tijd betalen. “De overheid zou hier eerlijk naar moeten durven kijken.” Volgens Ceder zou er een onderscheid gemaakt moeten worden tussen mensen die niet willen betalen en diegenen die niet kunnen betalen. Daarnaast zouden mensen al op jonge leeftijd ingelicht moeten worden over het aangaan van schulden. Hij was ook altijd tegen het idee van het leenstelsel, omdat het studenten laat wennen aan het aangaan van een lening. “Voordat deze generatie een baan of huis heeft, zitten zij nu al vast aan een schuld van duizenden euro’s.”
Politieke carrière
Vier jaar geleden begon hij zich lokaal in te zetten voor de ChristenUnie. Tijdens zijn studententijd liep hij al stage bij deze partij in de Tweede Kamer. Hoewel hij van tevoren niets had met de ChristenUnie, is hij na zijn stage nooit meer weggegaan. Sinds een jaar is hij ook actief als fractievoorzitter in de gemeenteraad en als klap op de vuurpijl kreeg hij de vraag of hij naar Den Haag wilde, omdat een zittend kamerlid met zwangerschapsverlof ging. Met een bescheiden glimlach vertelt hij dat hij dit aanbod toch heeft moeten afwijzen: “Binnen een jaar de gemeenteraad verlaten, vind ik niet kunnen.” Zo legt hij ons uit dat de ChristenUnie op dit moment een raadslid heeft in de gemeenteraad, met als gevolg dat zijn eventuele vervanger meteen alle lopende dossiers had moeten overnemen. “Amsterdam had mij op dat moment harder nodig.”
“Daar waar wetgeving met de praktijk schuurt vallen altijd mensen buiten de boot, dat maakt mij nieuwsgierig.”
Het volgende dilemma: de Tweede Kamer of de Zuidas, blijkt een no-brainer te zijn. “Mijn interesses zijn breder dan de advocatuur, ik blijf niet tot mijn 65e een dossiervreter.” Hij ervaart in zijn rol als politicus een grote verantwoordelijkheid aangezien hij gekozen is. Middels de politiek is het ook makkelijker om op te komen voor een grote groep mensen, terwijl in de advocatuur gaat het vaak om een specifieke cliënt. De advocatuur gaat vaak om een specifiek geschil, legt hij uit. Zo zet hij zich nu op dit moment in voor de 24-uurs opvang voor de daklozen in Amsterdam. Hoewel het in de jurisprudentie is vastgelegd dat iedereen zou moeten worden opgevangen, vertelt Ceder dat de gemeente vindt dat zij al genoeg doet. “Daar waar wetgeving met de praktijk schuurt vallen altijd mensen buiten de boot, dat maakt mij nieuwsgierig.”
Prestatiedruk
“Een foutje maken hoort erbij.”
Ceder heeft zelf veel te maken met een aanzienlijke werkdruk. Daarom zet hij de advocatuur de komende periode tijdelijk op een lager pitje. Aan studenten wil hij vooral meegeven dat je in de advocatuur niet ten onder moet gaan aan de prestatiedruk en het streven naar perfectie. “Een foutje maken hoort erbij.” Ceder wil het beste uit zichzelf halen, maar hij probeert te voorkomen dat hij bezwijkt onder deze druk. Daarom legt hij uit: “Mijn meetlat ben ik zelf en niet iemand in de verte.”