Eva Vrijlandt heeft voordat zij als adjunct officier in Amsterdam bij het team Interventies begon, twee jaar lang als parketsecretaris binnen het fraudeteam bij het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM) gewerkt. Bij het Functioneel Parket deed ze voornamelijk onderzoek naar witwassen, belastingontduiking en corruptiezaken. Als parketsecretaris bereid je strafzaken voor en maakt je tenlasteleggingen, maar je staat niet zoals de officier van justitie zelf op zitting. Tegenwoordig is zij binnen team Interventies plaatsvervangend officier van justitie, binnen het OM ook wel adjunct officier van justitie genoemd. In dit team gaat het om veelvoorkomende criminaliteit, zoals winkeldiefstal, vernieling, geweldzaken, maar ook zaken als witwassen en oplichting. Bij de zaken in dit team gaat het om het vinden van een snelle maar vooral ook passende afdoening waarbij er breder gekeken wordt dan alleen naar het strafbare feit zelf. Ze legt uit dat het werk binnen deze sectie haar veel beter ligt.
Van parket naar visgraat?
Als parketsecretaris bij het Functioneel Parket zag Vrijlandt in die twee jaar, alleen de kleinere zaken van begin tot eind. Vaak kreeg ze te maken met mensen die het onderzoek in vrijheid mochten afwachten. Er zit in zo’n geval volgens Vrijlandt minder tijdsdruk achter. De zaken bij het Functioneel Parket zijn omvangrijk en complex, wat resulteert in langdurige onderzoeken. Bij het Functioneel parket gaat het als volgt: ‘We hebben signalen van een strafbaar feit en vervolgens wordt er een onderzoek opgebouwd.’ Volgens Vrijlandt heb je op deze afdeling veel meer tijd om dingen uit te zoeken en je te verdiepen in juridische vraagstukken. Deze aspecten liggen haar wel, maar meer eigen verantwoordelijkheid en zelf als officier op zitting staan is wat ze ambieerde.
‘Ik hou meer van de korte klap, actie-reactie in zaken.’
‘Ik hou meer van de korte klap, actie-reactie in zaken’. Dit heeft ze gevonden in haar huidige rol bij team Interventies. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de behandeling van strafzaken van de basisteams van de politie Amsterdam. Vrijlandt legt uit dat ze werken volgens de ZSM-aanpak. Hierin werken Politie, het Openbaar Ministerie (OM), de Reclassering Slachtofferhulp samen en in het geval van minderjarigen ook de Raad voor de Kinderbescherming. ‘Er heeft in de afgelopen jaren een verschuiving plaatsgevonden in de beoordeling van zaken die bij de rechter op zitting worden aangebracht. ‘We zijn selectiever geworden met zaken die we vervolgen.’ Volgens Vrijlandt werden zaken vroeger sneller doorgezet naar de rechter. ‘Vanwege de beperkte capaciteit, moeten we streng zijn.’
Sinds een aantal jaren behoort de strafbeschikking ook tot de mogelijkheden om zaken af te doen. Het OM kan dan bijvoorbeeld een geldboete, taakstraf of schadevergoeding opleggen. Dit is volgens Vrijlandt een goed alternatief om bij lichte vergrijpen toch doeltreffend op te treden. Ook wordt een strafbeschikking vaak anders gewogen bij het verkrijgen van een VOG, dan een veroordeling bij de rechter.
MidMid
Binnen team Interventies wordt geprobeerd aangiften en aanhoudingen van veelvoorkomende misdrijven snel en effectief af te handelen. Op het politiebureau wordt direct bepaald of een zaak geschikt is voor een snelrechtzitting (binnen 14 dagen op zitting) of een supersnelrechtzitting (binnen 3 dagen op zitting) bij de Politierechter. Een zaak is bijvoorbeeld ongeschikt als schade van het slachtoffer nog niet bekend is, er getuigenverklaringen moeten worden verzameld of als de zaak zo ernstig is deze door een meervoudige kamer (3 rechters) behandeld moet worden. ‘Hoe ernstiger de zaken, hoe eerder we die gaan vervolgen. We wegen de ernst van het feit af tegen de benodigde capaciteit en haalbaarheid van een zaak .’
Door alle betrokken partijen gelijktijdig aan een zaak te laten werken, worden dossiers minder doorgegeven, en kunnen beslissingen sneller genomen worden. Aangehouden verdachten kunnen direct worden verhoord door de politie en daarna via een telehoorzitting door de officier van justitie. Als adjunct officier van justitie speelt Vrijlandt een centrale rol in dit proces. Als adjunct officier van justitie heb je eigenlijk twee functies. Je bent zowel parketsecretaris als officier van justitie. Tijdens een ZSM-dienst worden zaken beoordeeld en alleen aan de rechter voorgelegd wanneer dat nodig is. Als officier sta je vervolgens met die zaken op zitting bij de politierechter.
De officier bepaalt, met input van de verschillende ketenpartners binnen het proces, passende straffen die recht doen aan het strafbare feit van de verdachte, rekening houdend met de gevoelens en eventuele schade van het slachtoffer. Ter zitting is Vrijlandt officier, maar daarbuiten heeft ze als adjunct officier (nog) geen opsporingsbevoegdheden zoals: mensen laten aanhouden, een tap in zetten of een huiszoeking bevelen.
Jenga!
Vrijlandt heeft na zes jaar werkervaring en wisseling van parketten de mogelijkheid om te gaan solliciteren voor de OIO (Officier in Opleiding). Dit is de vervolgopleiding tot officier van justitie. Ze overweegt nog of ze deze stap wil maken. Werken bij het OM was in eerste instantie niet haar doel. Ze dacht altijd dat de overheid stoffig was, maar het bleek veel leuker en interessanter dan ze van tevoren had gedacht. Ze vertelt dat ze stages heeft gelopen in de advocatuur. Toen Vrijlandt afstudeerde was het erg lastig om een baan in het strafrecht te vinden. De opleiding tot advocaat was veel duurder geworden waardoor er waren maar weinig vacatures waren.
‘De officier bouwt de toren en die probeert hem zo te bouwen, dat hij goed in elkaar zit.’
Vervolgens ging ze bij het OM solliciteren en vanaf dag één vond ze dit nog veel interessanter dan de advocatuur. Vrijlandt vergelijkt haar baan met het spel Jenga. ‘De officier bouwt de toren en die probeert hem zo te bouwen, dat hij goed in elkaar zit. Een advocaat haalt er steeds een blokje uit, en probeert de toren te laten omvallen.’ Ze legt uit dat je als advocaat opkomt voor het belang van je cliënt. Volgens Vrijlandt kijk je als officier naar alle partijen. Iemand laten lopen die hele ernstige dingen heeft gedaan? ‘Daar wringt wat aan, terwijl je als advocaat dit opzij moet kunnen zetten. Eigenlijk vond ik het veel interessanter om de zaak zo te bouwen dat je niet alleen oog hebt voor wat iemand heeft gedaan, maar ook waarom iemand het heeft gedaan’. Vrijlandt zal blijven bouwen aan de toren van rechtvaardigheid.