Feministisch advocaat Gabi van Driem is de eerste advocate die procedeerde in Wet gelijke behandelingszaken, ze droeg bij aan wetgeving omtrent het straatverbod en behandelde tallloze scheidings- en seksueel geweld zaken en wordt door haar bijdrage inzake stalkerszaken ook wel koningin van het straatverbod genoemd. In dit interview vertelt ze over haar feministische roots, haar spraakmakende zaken en hebben we het over de huidige wetgeving omtrent seksueel geweld.
Vechten voor vrouwen
Op de vraag waar Van Driem haar feministische kant vandaan komt, antwoordt ze lachend: ’Feminisme bestond nog helemaal niet toen ik opgroeide!’. Dit veranderde in haar studententijd: de tweede feministische golf maakte haar opwachting. Of er binnenkort een derde feministische golf aankomt? ‘Er is momenteel verbetering aan de gang, het gaat echter heel langzaam. De normen en waarden zijn momenteel anders, in mijn tijd was feminisme en actievoeren meer in dan nu. Het zou mooi zijn als meer mensen de straat op gaan en als vrouwen zich meer gaan verenigen.’ Van Driem haar eerste baan was bij een jongerenadviescentrum, waar ze de intakes deed voor Blijf-van-mijn-lijf-zaken en waar ze Vrouwen tegen Verkrachting oprichtte. Hier kreeg ze vrouwen aan de telefoon die te maken hadden gehad met seksueel geweld. ‘Hier ben ik er achter gekomen dat ik beter voor vrouwen kan vechten dan voor mannen.’ Ze vervolgt haar carrière bij Eva Bijt Door, het eerste feministische vrouwenadviesbureau. Toen Van Driem zag hoeveel ze kon betekenen voor vrouwen, was een volgende logische stap de vrouwenadvocatuur in te gaan.
‘Dat heeft KLM miljoenen gekost!’
Haar carrière binnen de advocatuur was niet zonder succes. Van Driem begon haar eigen kantoor en werkte mee aan de allereerste zaken met betrekking tot de wet gelijke behandeling. Dergelijke zaken omvatten bijvoorbeeld situaties waarin vrouwen niet werden aangenomen door zwangerschap en vrouwen met exact dezelfde ervaring die minder betaald kregen dan mannen in het werkveld. Deze zaken gingen, hoewel ze nu als evident oneerlijk worden beschouwd, destijds nog tot aan de Hoge Raad, aldus Van Driem. Een van haar grotere zaken was tegen KLM, die vrouwelijke pursers minder betaalden dan mannen. Van Driem stond deze vrouwen bij en won de zaak: ‘Dat heeft ze miljoenen gekost!’. Daarnaast wordt Van Driem ook wel de koningin van het straatverbod genoemd. Deze naam heeft ze te danken aan het verdedigen van vele vrouwelijke cliënten van wie hun ex-man hen bleef stalken. Deze zaken leidden tot nieuwe wetgeving waarin een straatverbod kon worden opgelegd door de rechter.
Vreemde eend in de bijt
Als vrouwelijke advocaat in de jaren 90, die ook nog eens voor feministische doeleinden optrad, had Van Driem niet veel gelijken. Dat de advocatuur voornamelijk door mannen werd geregeerd, zorgde ervoor dat je zeker als vrouw opgewassen moest zijn tegen de nodige malheur. ‘Mannelijke collega’s in het vakgebied, zowel advocaten als rechters, intimideerden mij. Als enige feministische advocaat was ik immers de vreemde eend in de bijt’, aldus Van Driem. Ze vertelt over haar ervaring waarin zij een cliënt bijstond in een seksuele intimidatie zaak. De advocaat van de verdachte wilde haar naar aanleiding van deze zaak persoonlijk aansprakelijk stellen. Daarnaast werd ze tijdens haar bevallingsverlof verplicht stukken in te leveren bij het Hof en werden er meermaals denigrerende opmerkingen gemaakt. ‘Dit ging totaal het doel van het rechtssysteem voorbij en was totaal onprofessioneel.’
Door het stof
Van Driem heeft in haar carriere aan de wieg gestaan van de opkomst van seksuele intimidatie- en MeToo-zaken. Of het Van Driem verbaasd dat er nog steeds veel van deze zaken onopgelost blijven? Zeker niet. ’Het bewijzen van deze zaken blijft moeilijk: 94 procent van de daders ontkent immers en beweert een andere beleving te hebben.’ Dit terwijl aangetoond dient te worden dat er geen consensus was wat betreft de seksuele daad, wat hierdoor bemoeilijkt wordt. Het nare aan deze zaken is mede dat het voor vrouwen een enorme stap is om rechtshulp te zoeken, aldus Van Driem. Vrouwen gaan immers in deze zaken zelf ook flink door het stof. Op de vraag of ze zelf ooit heeft getwijfeld aan het verhaal van een cliënt antwoordt ze dat dit slechts eenmaal het geval was. ‘Mijn twijfel bleek achteraf compleet onterecht. ‘De stap naar rechtshulp en de media is zo groot, men dient dit heel serieus te nemen.’
‘Het bewijzen van zaken omtrent seksueel geweld blijft een probleem’
In deze zaken is het echter moeilijk om hulp te krijgen van het strafrecht, aldus Van Driem. De delictsomschrijving in de zaak dient immers te passen in wat er in de wet omschreven staat. Is dit niet het geval, dan vis je al snel achter het net. Nieuwe wetgeving omtrent seksueel geweld zorgt zeker voor de nodige verbeteringen. We zijn er echter nog niet volgens Van Driem. ‘De nieuwe wetgeving is op het oog zeker beter, maar het bewijs blijft het probleem.’ Hetgeen wat jammer is, is dat er geen omgekeerde bewijslast in de nieuwe wetgeving zit. Van Driem meent dat slachtoffers wellicht meer hebben aan ofwel een klachtencommissie ofwel een civiele zaak. Hier kan namelijk de vrije bewijslast of omgekeerde bewijslast worden toegepast. Er moet volgens Van Driem meer ruimte zijn voor steunbewijs in dit soort zaken.
Van Driem was zelf niet altijd enthousiast over haar studie: ‘Ik vond zelf mijn studie rechten stomvervelend, totdat ik bij de rechtswinkel ging werken!’. Haar tip daarom voor de huidige student? Breng de theorie in de praktijk en ondervind hoe veel je met je rechtenstudie kan betekenen.