Al jaren pleiten verscheidene Nederlandse universiteiten voor een beperking van de instroom van internationale studenten. Afgelopen februari stemde de Tweede Kamer in met een speciale numerus fixus voor deze studenten. Deze zogenaamde ‘capaciteitsfixus’ is alleen van toepassing op Engelstalige opleidingen die een Nederlands alternatief hebben. Hierdoor worden Nederlandse studenten zo min mogelijk geraakt. Al ruim twee jaar wacht de Tweede Kamer op het wetsvoorstel van demissionair minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), waarin diezelfde maatregel staat. Door de wetswijziging van de VVD lijkt hun wens nu werkelijkheid te worden. Echter, het voorstel stuit ook op de nodige bezwaren. Staatsrechtelijk blijkt het amendement wellicht niet in orde. Hiernaast zijn niet alle universiteiten voorstander van de beoogde instroombeperking van internationale studenten.
Staatsrechtelijk zooitje
In januari 2024 stelde VVD-kamerlid Claire Martens-America de wetswijziging voor. Deze wetswijziging behelst een groot deel van de maatregelen die demissionair minister Dijkgraaf met zijn wetsvoorstel wil invoeren. Met het amendement kunnen instellingen onderscheid maken op grond van nationaliteit. Maar het amendement lijkt in strijd te zijn met Europese wetgeving rondom discriminatie. Een advies van de Raad van State zou daarom noodzakelijk zijn, maar tot op heden is daarvoor geen verzoek ingediend. Verder is het amendement ingediend bij een begrotingsvoorstel van OCW terwijl een wetswijziging moet gaan over de wet waar de Kamer op dat moment over vergadert. Ten slotte wordt de Eerste Kamer onder druk gezet. Als die namelijk tegen het amendement is, wordt automatisch de hele OCW-begroting van 57 miljard euro weggestemd.
Europese hoofdpijn
Demissionair minister Dijkgraaf legt in zijn wetsvoorstel de nadruk op studenten afkomstig van buiten de Europese Unie, vanwege de verplichtingen van Nederland als lidstaat. Europese migratieregels beogen gelijke behandeling van EU-burgers en voorkomen discriminatie op basis van nationaliteit. Hierdoor genieten de burgers vrij verkeer van personen binnen de Unie, inclusief het recht om te studeren of te werken in andere lidstaten. Dit maakt het beperken van Europese studenten op basis van taaleisen een mogelijke schending van de vrij verkeersregels. Voor niet-EU studenten, oftewel ‘derdelanders’, gelden andere voorwaarden. Zij hebben het recht in Nederland te verblijven als internationale student, maar moeten dan eerst worden toegelaten tot een opleiding aan een Nederlandse onderwijsinstelling. Hoewel Nederland de toestroom van derdelanders kan beperken door bijvoorbeeld een quotum in te stellen, kan dit leiden tot discriminatie tussen EU- en niet-EU studenten. Dit is mogelijk in strijd met artikel 1 van de Nederlandse Grondwet.
Diversiteit in aanpak en prioriteiten
Veel Nederlandse universiteiten nemen inmiddels zelf actief maatregelen om de instroom van internationale studenten te reguleren. Deze maatregelen omvatten het verminderen van het aantal Engelstalige opleidingen, het beperken van internationale wervingsactiviteiten en het stopzetten van voorbereidende programma’s voor internationale studenten. Dit is bedoeld om de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs te waarborgen. Aangezien de groeiende instroom van internationale studenten uitdagingen als overvolle colleges en een tekort aan studentenhuisvesting met zich meebrengt. Hoewel veel universiteiten en politici streven naar een vermindering van internationale studenten, hebben sommige onderwijsinstellingen, zoals de Hogeschool in Leeuwarden en de Universiteit Maastricht, andere prioriteiten. Voor hen is internationalisering geen probleem, maar juist een oplossing voor vergrijzing en uitdagingen op de arbeidsmarkt.
De discussie over de toegang van internationale studenten tot Nederlandse universiteiten blijft voortduren. Hoewel sommigen pleiten voor beperkingen die capaciteitsproblemen aanpakken, benadrukken anderen het belang van een internationale leeromgeving voor Nederlandse studenten. Recente besluiten, zoals het aanbieden van Nederlandstalige varianten van grote bachelor studies, weerspiegelen de voortdurende zoektocht naar evenwicht tussen internationalisering en toegankelijkheid van het hoger onderwijs in Nederland.