De Beschermde Wiegkamer: ultimum remedium wanneer noodzaak de wet heeft ingehaald

Screenshot 2024-02-14 at 18.03.18

Voor sommige vrouwen is zwangerschap een langverwachte droom, voor andere een onverwachte nachtmerrie. Vanaf nu is het mogelijk in het Erasmus MC (EMC) voor vrouwen voor wie deze nachtmerrie werkelijkheid is geworden gebruik te maken van de Beschermde Wiegkamer. Hier kunnen hulpbehoevende moeders zorg krijgen. Indien zij echt geen andere optie zien, kunnen zij hun baby in de Wiegkamer achterlaten, waarna deze in een pleeggezin belandt. De voornaamste reden voor het bestaan van deze kamer, is om ervoor te zorgen dat kinderen niet langer op straat te vondeling worden gelegd. Voor deze vrouwen is adoptie of abortus geen optie gebleken. De behoefte aan een dergelijke oplossing geeft te denken dat de bestaande wettelijke kaders die ongewenste zwangerschappen regelen niet strekken tot bescherming van deze kwetsbare groep. 

Het adoptietraject

Het ingewikkelde proces van adoptie is geregeld in titel 12 Burgerlijk Wetboek 1. Het traject start altijd in de rechtbank. Ouders krijgen de juridische zeggenschap over het kind alleen toegewezen indien de rechters de adoptie in het kennelijk belang van het kind achten. Een voorwaarde hiervoor is dat zij minimaal drie jaar samen hebben geleefd. Bovendien moet redelijkerwijs te voorzien zijn dat het kind niets meer van zijn biologische ouder of ouders hoeft te verwachten. Wanneer een moeder afstand wil doen van haar kind, krijgt zij drie maanden bedenktijd. Haar kind komt dan in een opvanggezin terecht. Indien de vrouw niet van gedachten verandert, ondertekent zij een afstandsverklaring. Hierna komt het kind terecht bij de aspirant-adoptieouders. Deze ontvangen via een rechtszitting voogdij over het kind. Dit betekent echter nog niet dat het kind is geadopteerd. Pas nadat de aspirant-adoptieouders het kind een jaar lang hebben verzorgd, kan de adoptie officieel worden. De juridische band met de biologische ouders wordt dan officieel verbroken. Een vrouw die in hoge nood verkeert, zal zich echter niet zo snel tot dit ingewikkelde proces (kunnen) wenden.

Het proces van (late) zwangerschapsafbreking

Een vrouw die tijdens de eerste 24 weken van haar zwangerschap beseft dat zij niet voor haar kind kan zorgen, kan de moeilijke beslissing nemen zich te wenden tot een abortuskliniek. Abortus is nu nog geregeld in het Wetboek van Strafrecht en de Wet afbreking zwangerschap. Sinds 1 januari 2023 is de verplichte wettelijke bedenktijd van vijf dagen vervangen door een flexibele bedenktijd, vastgesteld in overleg met de abortusarts. Vrouwen die zich echter niet op tijd realiseren dat zij zwanger zijn, kunnen niet langer een abortus laten uitvoeren, tenzij het kind zulke ernstige aandoeningen heeft dat een arts overtuigd is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden gedurende het leven. Een dergelijke levensbeëindiging dient een arts altijd te melden aan de Beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen. Wat blijft er over voor de vrouw in hoge nood die langer dan 24 weken ongewenst zwanger is?

De Wiegkamer als laatste redmiddel

Voor vrouwen bij wie de urgentie hoog is, biedt de Wiegkamer een noodzakelijk vangnet. Zij kunnen niet het traject van adoptie of het proces van abortus in. Men zou zich wel kunnen afvragen of de rechten van het kind met de Beschermde Wiegkamer voldoende zijn gewaarborgd. Zo bepaalt artikel 7 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind dat een kind vanaf de geboorte het recht heeft zijn of haar ouders te kennen. Een moeder moet haar gegevens achterlaten indien haar kind later contact wil opnemen, maar zij is hier niet toe verplicht. Desalniettemin is het gebruik van de Wiegkamer een ingrijpende keuze, die geen enkele moeder zal maken indien er een andere mogelijkheid bestaat. Het is te hopen dat de Wiegkamer dit vangnet niet hoeft te bieden, maar in de gevallen waarin dit toch moet, is de aanwezigheid ervan van uitzonderlijk belang.

Wist je dat?
De regeling omtrent late zwangerschapsafbreking is per 2024 gewijzigd. Het beëindigen van het leven van een kind tussen 1-12 jaar kan hier nu ook onder vallen. Dit hiaat in de wetgeving is gevuld naar aanleiding van de derde evaluatie van de euthanasiewet.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top