De 28e Conferentie van de Partijen (COP28) ofwel, de jaarlijkse klimaattop van de Verenigde Naties, vond vorig jaar plaats van 30 november tot en met 12 december in Expo City te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Wereldleiders van 196 landen moesten tot een compromis komen om de inspanningen tegen gevaarlijke klimaatverandering te intensiveren. De aanstelling van een oliestaat als gastland, met directeur van het staatsoliebedrijf sultan Ahmed Al-Jaber als voorzitter van de conferentie, veroorzaakte aanzienlijke ophef voorafgaand aan het evenement.
How to COP
Welke van de tot het Klimaatverdrag van 1992 toegetreden landen de COP mag organiseren, wordt bepaald door een geografische rotatie tussen de verschillende regio’s van de wereld. Dit rotatieprincipe wordt gehanteerd om evenwichtigheid en representativiteit te waarborgen. Er is dus geen formeel selectieproces waarbij landen zich aanmelden of worden gekozen op basis van bepaalde criteria. Om in te staan voor een effectieve organisatie van de klimaattop is het wel wenselijk dat een gastland beschikt over bepaalde organisatorische aspecten. Hieronder kan de essentiële infrastructuur voor een dergelijk grootschalig evenement vallen, alsook een leiderschapspersoonlijkheid die geloofwaardigheid verleent aan de klimaatdoelstellingen. Daarnaast is een toegewijde bereidheid gewenst om zowel milieuproblemen aan te pakken als bij te dragen aan de wereldwijde klimaatdoelstellingen. Kortom, het ideale gastland en diens gastheer of -vrouw vervult een voorbeeldfunctie.
Infrastructuur: de ironie zelve
Al tijdens de opbouw van de voorzieningen voor COP28 in Dubai hebben zich ernstige mensenrechtenschendingen voorgedaan. Een rapport van de Britse mensenrechtenorganisatie FairSquare toont aan dat arbeiders in extreme hitte van 42 graden bouwden aan de COP28-locaties. Een arbeider verklaarde: ‘Of course, I get headaches and feel dizzy. Everyone in this heat does. This weather isn’t for humans, I think’. Er werd overduidelijk in strijd gehandeld met de regels van de VAE ter bescherming van buitendienstwerkers tegen extreme weersomstandigheden, zoals artikel 3 van de Ministeriële Resolutie Nr. 44. Ironisch genoeg werkten arbeidsmigranten dus met gevaar voor eigen leven in de genadeloze hitte, die deels toe te schrijven is aan de klimaatverandering die juist met COP28 beteugeld moet worden. Het scherpe contrast tussen de klimaatdoelen en de harde realiteit accentueert de uitdagingen in een land dat de impact van klimaatverandering aan den lijve ondervindt.
Confronterende contradicties
De beslissing om een oliestaat als locatie te kiezen, leidde begrijpelijkerwijs tot verbazing. De regio put zijn welvaart voornamelijk uit fossiele brandstoffen, die bij verbranding omvangrijke CO₂-uitstoot veroorzaken en daardoor zeer schadelijk zijn voor het klimaat. Desondanks lijken de VAE niet van plan hun olieactiviteiten te verminderen; integendeel, ze streven naar uitbreiding van oliebronnen. De leidende rol in onderhandelingen van COP28-voorzitter, Al-Jaber, riep derhalve vragen op over mogelijk ongunstige beïnvloeding van de klimaatconferentie. Harjeet Singh, een gezaghebbende Indiase klimaatexpert, hekelt een ‘schandalige belangenverstrengeling’. Greenpeace directeur Andy Palmen noemt het voorzitterschap van Al-Jaber ‘een gevaarlijk precedent’ dat de geloofwaardigheid van de VAE op het spel zet. Uitgelekte documenten tonen bovendien aan dat het gastland van plan was de klimaatbijeenkomst te gebruiken om olie- en gascontracten te promoten bij de deelnemende regeringen. Al-Jaber ontkende deze beschuldigingen echter resoluut.
Rotatiesysteem op de schop?
Vooruitkijkend onderstreept het gastlandschap van de VAE de noodzaak van een transparanter selectieproces voor toekomstige klimaatconferenties, waarbij landen worden beoordeeld op hun inzet voor duurzaamheid en respect voor mensenrechten. Niettemin blijft de realiteit dat de strijd tegen klimaatverandering inefficiënt is zonder medewerking van landen die aanzienlijke uitstoot veroorzaken. Het nastreven van een rechtvaardige en effectieve aanpak van klimaatverandering mag niet ten koste gaan van inclusiviteit, dat staat buiten kijf. Maar hoe dan verder? Een weloverwogen systeem dat landen stimuleert zich te committeren aan globale duurzaamheidsdoelen lijkt cruciaal. Het is te hopen dat er een selectieproces vormgegeven wordt dat streng doch rechtvaardig is, zodat toekomstige klimaatconferenties daadwerkelijk bijdragen aan een duurzamere wereld.