Hanneke Bennaars, partner Allen & Overy: ‘Rechten is een soort bezigheidstherapie.’

interview-Hanneke-Bennaars

De advocatuur, de wetenschap en adviseren aan de regering. Hanneke Bennaars heeft het allemaal gezien. Na het behalen van haar meestertitel aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), begon Bennaars bijna 25 jaar geleden als advocaat. Sindsdien heeft ze verschillende functies bekleed en haar proefschrift afgerond. Daarnaast was ze lid van de Commissie Regulering van Werk (Commissie-Borstlap). Deze onderzocht, op verzoek van het kabinet, of de wet- en regelgeving omtrent werk nog pasten bij de toenmalige en toekomstige manier van werken. Ook onderwees ze Nederlands arbeidsrecht aan de Franse universiteit Paris 2 Panthéon-Assas. Sinds een aantal maanden is Bennaars partner Employment and Benefits, oftewel, arbeidsrecht, bij Allen & Overy. Zij vertelt ons over de advocatuur, haar proefschrift en de wetenschap.

Bezigheidstherapie

De rechtenstudie was niet Bennaars’ eerste keuze. Initieel ging haar voorkeur uit naar Europese studies. ‘Dat was toen helemaal hip en daarmee kon je in Europa werken, maar daarvoor moest je wél een taal of geschiedenis doen.’ Nadat ze begon met de studie Franse taal- en letterkunde, realiseerde ze zich dat het lastig zou zijn daarmee je brood te verdienen. Daarom besloot Bennaars te beginnen aan de rechtenstudie. Langzamerhand raakte ze steeds meer geboeid door het recht. ‘Het is een soort bezigheidstherapie. Je verzint wetten en regels met elkaar en dan ga je steggelen over de uitleg en toepassing ervan.’

‘Boven dat ene arbeidsovereenkomstje hangt een hele wolk aan wet- en regelgeving.’

Haar keuze zich te richten op het arbeidsrecht werd voornamelijk ingegeven door haar praktische inslag. In het arbeidsrecht is namelijk bijna altijd werk te vinden. ‘Als het goed gaat, maken mensen ruzie over concurrentiebedingen en wanneer het slecht gaat, worden mensen ontslagen.’ Wat naar haar idee het arbeidsrecht ook speciaal maakt, is dat het een combinatie is van allerlei verschillende rechtsgebieden. Het arbeidsrecht is civiel recht, maar het is ook onlosmakelijk verbonden met bijvoorbeeld het bestuursrecht. ‘Boven dat ene arbeidsovereenkomstje hangt een hele wolk aan wet- en regelgeving.’

Leentelefoon

Na het afronden van haar studie begon Bennaars als advocaat Arbeids- en Ambtenarenrecht bij Pels Rijcken. We vragen haar wat het grootste verschil is tussen de advocatuur van toen en van nu. Ze vertelt ons dat toentertijd e-mail alleen bestemd was voor intern gebruik. ‘Voorheen kreeg je een brief, kon je erover nadenken, adviseerde je de cliënt, kreeg je weer een brief terug en zo was je alweer twee weken verder.’ Nu gaat alles razendsnel via e-mail. Een telefoon hebben was toen niet vanzelfsprekend. ‘Als je op pad moest voor een cliënt of naar een zitting, dan mocht je een leentelefoon mee van kantoor om bereikbaar te zijn.’ Tot voor kort was het voor Bennaars zelf ook niet vanzelfsprekend om een smartphone te hebben. Ze laat ons haar verouderde iPhone SE (1ste generatie) zien. ‘Mijn eerste smartphone had ik pas in 2020; daarvoor was ik verknocht aan mijn Nokia.’ Anders dan whatsappen en bellen kan de oude telefoon niet meer. 

Van alle (arbeids)markten thuis

Na een aantal jaren besloot Bennaars een nieuwe weg in te slaan. Ze ging aan de slag als interim jurist. Dit deed ze onder andere bij de Rechtbank Amsterdam, de UvA en Dexia Bank. Na dit uitstapje keerde ze toch terug in de advocatuur, ditmaal bij Stibbe. In diezelfde periode begon ze met het schrijven van haar proefschrift over de vennootschapsbestuurder. Wat de positie van de bestuurder speciaal maakt, is dat hij een dubbele rechtsverhouding heeft met de vennootschap. Enerzijds is er een contractuele relatie, geregeerd door Boek 7 BW. Dit zal in de regel een arbeidsovereenkomst zijn. Anderzijds is er een vennootschapsrechtelijke relatie, waarop Boek 2 BW van toepassing is. Dit kan zorgen voor complicaties bij bijvoorbeeld het ontslag van een bestuurder. 

‘Ik ben gewoon net zo lang gebleven bij de UvA tot ze dachten: misschien moeten we haar een keer gaan betalen.’

Om haar proefschrift af te maken, besloot ze te stoppen met haar werk als advocaat. ‘Ik ben op een zoldertje in de Oudemanhuispoort gaan zitten en heb het toen afgetypt.’ Vervolgens bleef Bennaars hangen bij de UvA en heeft ze verschillende klussen opgepakt. Onderzoeken en klussen waar de collega’s geen tijd voor hadden, deed zij met veel plezier. ‘Ik ben gewoon net zo lang gebleven bij de UvA tot ze dachten: misschien moeten we haar een keer gaan betalen.’

Tempo en teamgeest

Het mooie van werken aan de universiteit is de afwisseling tussen onderwijs en onderzoek. Dat is tegelijkertijd heel hard werken. Dat wordt vaak onderschat. De lat ligt hoog en er worden steeds meer eisen gesteld. Je werkt met een kleine bezetting en de organisatie kan wat stroperig zijn. ‘Soms voelde het alsof ik door vierhonderd hoepels heen moest om dingen te bewerkstelligen.’ Net als in andere publieke sectoren zijn er best veel administratieve en organisatorische taken. ‘Dat vind ik wel leuk, maar het is niet mijn forte en dan kost het veel energie.’

Als we vragen wat Bennaars destijds vooral miste aan de advocatuur is het antwoord simpel: het tempo en het teamwork. Weliswaar werk je op de universiteit samen met een vakgroep, maar je wordt met name beoordeeld op je individuele prestaties. In de advocatuur is er een heel duidelijk collectief doel: mooie zaken doen en cliënten zo goed mogelijk bedienen. Dat kan je nooit alleen en dat zorgt voor teamgeest. Voor onderwijs en onderzoek heb je een lange adem nodig om iets te veranderen of projecten binnen te halen. In de advocatuur gaat dat allemaal wat sneller en dat is ook fijn. Afsluitend geeft ze ons een wijze les mee. ‘Wat je ook doet, je neemt altijd jezelf mee. Je kunt jezelf en anderen alleen maar motiveren op de inhoud. Als je de inhoud van wat je doet leuk vindt, komt de rest vanzelf.’ 

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top