Onze (digitale) wereld lijkt te worden gedomineerd door techgiganten als Meta (het bedrijf achter Facebook), Microsoft en Google. De bedrijven hebben een machtspositie verworven, die volgens de Europese Unie, belemmerend is voor zowel concurrenten als consumenten. Daarom is door de Commissie een wetgevingspakket opgesteld dat de balans in het digitale landschap weer zal herstellen. Het gaat hier om de Digital Markets Act (DMA) en de Digital Services ACT (DSA), hierin zijn nieuwe en strengere regels opgenomen om zo fundamentele veranderingen op de digitale markt door te voeren.
Poortwachters van het internet
De DMA bevat regelgeving voor de grootste tien tot vijftien online platforms wereldwijd. Zij zijn zogenaamde poortwachters, platforms waar gebruikers van het internet niet omheen kunnen. Hierbij kan worden gedacht aan een platform als Google. In de DMA zijn zorgvuldig gedefinieerde objectieve criteria opgenomen om een poortwachter te onderscheiden. Deze besteden aandacht aan de machtspositie en impact van platforms op de interne markt. Ook de bemiddelingspositie is hierbij erg relevant. Dit is het geval wanneer het een groot aantal gebruikers verbindt met een groot aantal bedrijven.
Voor poortwachters ontstaan met de ingang van deze verboden verschillende verboden en verplichtingen. De nieuwe wetgeving heeft als doel gunstige omstandigheden te creëren voor bedrijven die afhankelijk zijn van deze platforms. Poortwachters mogen eigen producten bijvoorbeeld niet langer hoger op de lijst van zoekresultaten plaatsen dan vergelijkbare producten van derde partijen. De Europese commissie legde Google in 2017 een boete op van 2,4 miljard euro, omdat zij in strijd handelde met Europees mededingingsrecht. Consumenten zullen door het ontstaan van een groter aanbod, betere toegang en eerlijkere prijzen hun voordeel halen uit deze wetgeving.
Informatie zuivering
De Europese Commissie wil met de Digital Service Act (DSA) digitale diensten reguleren. Daarnaast dient de DSA ter verduidelijking van de verantwoordelijkheden van online platforms die deze digitale diensten aanbieden. Deze wetgeving is de opvolger van de e-Commerce richtlijn die in het jaar 2000 van kracht is geworden, maar niet is afgestemd op de huidige digitale samenleving. De DSA zal de gebruikers van online platforms beschermen door de rol van de aanbieders van deze diensten te verduidelijken. Het doel van de DSA is om gebruikers binnen Europa te beschermen tegen illegale inhoud, zoals fake news, op platforms van online dienstverleners.
Techgiganten
De DSA maakt bij het vaststellen van de verplichtingen voor online dienstverleners ook onderscheid tussen verschillende platforms. Zo zullen ‘very large platforms’, met meer dan 45 miljoen gebruikers in de Europese Unie, meer verplichtingen hebben. Tot deze groep behoren vooral de grote sociale media spelers zoals Facebook en Snapchat. Zij zullen als het gaat om content moderatie en procedureregels meer verplichtingen hebben. Volgens de Europese Commissie is deze verantwoordelijkheid evenredig met hun positie binnen de digitale dienstverlening.
Digital Service Coordinators (DSC) houden toezicht op de naleving van deze regelgeving op nationaal niveau. Dezelfde regels worden toegepast als bij de AVG. Een nationale toezichthouder controleert een bedrijf bij zijn ‘main establishment’ in dat land. De DSC heeft veel bevoegdheden wanneer het gaat om onderzoek naar potentiële inbreuken op de DSA. Zo kunnen gebruikte algoritmes bijvoorbeeld worden ingezien. Wanneer de nationale toezichthouder een inbreuk constateert kan een boete van maximaal 6% van de jaarlijkse omzet worden uitgedeeld.
Een verloren strijd?
De techgiganten zullen zich met dit wetgevingspakket aan voorgeschreven verplichtingen en verboden moeten houden om zo hun machtspositie te verkleinen. De positie van zowel concurrenten als consumenten zal hierdoor verbeteren. Poortwachters groeien ondertussen door en wetgeving is eerder reactief dan proactief. De DMA en DSA zijn beiden nog niet van kracht. De door het voorstel getroffen bedrijven bekleden een machtspositie. Deze maakt dat een lobby voor minder strenge wetgeving niet onwaarschijnlijk is. Het betreft dus een strijd die nog lang niet gestreden is.