Je kent het wel, als student word je regelmatig met een schrijfopdracht in het diepe gegooid. De ene keer word je opgezadeld met een vage stelling of onderzoeksvraag die je moet evalueren, bekritiseren of beargumenteren. De andere keer krijg je zelfs enkel een kaal thema waar je vervolgens een heel academisch boekwerk over moet schrijven. Het klinkt misschien verbazingwekkend, maar het schrijven van al deze wetenschappelijke papers voor je studie zal je na het lezen van dit artikel een stuk makkelijker afgaan. Er bestaan namelijk een paar trucjes waardoor het schrijven opeens een eitje wordt en je beloond zal worden met een hoger cijfer.
Schrijfplan: je beste vriend
Als het nog niet zo was, is je schrijfplan vanaf nu je beste vriend. Het allerbelangrijkste voor het schrijven van een goede paper is namelijk het plan. Het helpt je met opstarten, waarborgt de structuur in je stuk en houdt het overzicht bijeen als je na uren tikken op je toetsenbord door de bomen het bos niet meer ziet. Waar de meesten na het verzamelen van de benodigde informatie haastig beginnen met schrijven, kun je beter eerst je laptop dichtklappen en bedenken wat je wilt zeggen. Pak een stukje blanco papier en stel een plan op. Dit hoeft nog niet te bestaan uit volle zinnen en mooie woorden, maar is een kort overzicht van de introductie, het middenstuk (de verschillende paragrafen) en de conclusie van je paper, ieder voorzien van bullet points met steekwoorden: oftewel, wat ga je zeggen? Controleer meteen of je een logische volgorde hebt, zo niet, schuif met de argumenten totdat het goed loopt en zorg dat er een logische opbouw is.
De introductie: hierna geen verrassingen meer
Klap je laptop maar wel weer open, want na je schrijfplan mag je beginnen met schrijven. Het eerste deel van je paper dat op papier komt te staan is de introductie. Dit is dan ook een belangrijk deel van je werk. Het maakt niet uit of je een scriptie schrijft van 13000 woorden of een kort betoog van een A4’tje, elke paper heeft een sterke introductie nodig die verschillende taken vervult. De introductie trekt de aandacht van de lezer, geeft het hoofdargument van de tekst weer en laat zien in welke volgorde het onderwerp besproken zal worden. Zorg ervoor dat de lezer weet waar die aan toe is. Er mogen na de introductie namelijk geen verrassingen meer volgen, wat misschien een beetje saai is, maar wel beter voor de leesbaarheid van je werk en uiteindelijk dus voor je cijfer. Kijk later, wanneer je het volledige overzicht hebt, nog een keer kritisch naar de introductie of deze alles omvat.
De beoordelingsrubriek: spiekbrief
Tijdens het schrijven houd je naast je schrijfplan ook de beoordelingsrubriek bij de hand. Bij de meeste papers die je zal moeten schrijven word je namelijk voorzien van een beoordelingsrubriek. Waar gaan de punten naartoe? In tegenstelling tot bij een tentamen, kun je bij het schrijven van een paper het voordeel gebruiken dat je eigenlijk al exact weet wat de beoordelaar wilt zien. Houd vanaf het begin de beoordelingsrubriek ernaast zodat je niet aan het eind pas erachter komt dat je op verkeerde dingen hebt gefocust. Niet alleen zie je op deze manier aan welke onderwerpen veel aandacht besteed moet worden, ook weet je bijvoorbeeld dat je al een goede basis aan punten scoort als je je houdt aan het maximale woordenaantal, de gewenste citatiestijl of het minimale aantal bronnen gebruikt. Let maar eens op hoe vaak je al minstens een voldoende kan scoren als je alleen al de vereisten uit de beoordelingsrubriek toepast.
Nalezen van je werk: jij bent de eerste corrector
Vergeet niet dat je als schrijver van je eigen stuk door een andere bril kijkt. Je hebt bepaalde stijlfouten je eigen gemaakt zonder dat je het doorhebt, dat is simpelweg zonde. Lees maar eens een paper terug die je een halfjaar geleden hebt geschreven, waarschijnlijk schrik je daarvan. Zie je dingen die eigenlijk niet wetenschappelijk correct zijn, maar wel typisch voor jouw schrijfstijl? Het is helaas tijd daar afstand van te nemen. Probeer jezelf vaker te controleren tijdens het schrijven. Print het tussendoor uit en lees het op papier na, dan zie je fouten die je anders misschien niet had gezien. Wacht niet tot je hele paper klaar is met teruglezen en verbeteren, zorg er eerder voor dat je regelmatig controleert zodat je het eindresultaat vlekkeloos bereikt. Het kan daarnaast ook nooit kwaad je paper te laten nalezen door iemand anders.