Paul van den Berg studeerde van 2002 tot 2007 Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Maastricht. Na zijn studie begon hij te werken voor Freshfields Bruckhaus Deringer, waar hij inmiddels partner is. Hij is gespecialiseerd in het mededingingsrecht en heeft aan zowel grote nationale- en internationale zaken gewerkt. Via de telefoon vertelt hij ons over zijn studententijd en passie voor zijn werk.
De keuze om in Maastricht te studeren was snel gemaakt. “Ik groeide op in Alphen aan de Rijn en wilde ergens ver weg studeren.” Naast het actieve studentenleven beviel de studie Rechtsgeleerdheid hem ook erg goed. “Na het eerste jaar door te zijn gekomen met goede resultaten krijg je de smaak te pakken en wil je de studie ook goed afmaken.” Zijn studie heeft hij dan ook enigszins serieus gedaan, naast verenigingsactiviteiten. In 2005 is hij stage gaan lopen bij Allen & Overy op de mededingingsrecht praktijk. De combinatie tussen recht en economie sprak hem aan en hij wist meteen dat hij de advocatuur in wilde gaan om het mededingingsrecht te beoefenen.
Ondernemerschap
Nadat hij zijn stage had afgerond besloot hij parallel aan de master in Maastricht de postgraduate opleiding mededingingsrecht te volgen aan King’s College in Londen. Tegelijkertijd richtte hij een bedrijfje op dat gesproken bijsluiters maakte voor blinden en slechtziende mensen. Dit alles combineren was voor hem geen groot probleem. “Met een beetje discipline is er naast de studie veel ruimte voor andere leuke en meer serieuze zaken.” Toen hij bijna zou afstuderen kwam Van den Berg voor een tweesprong te staan; wilde hij verder met het bedrijfje en kijken of dat kon groeien, of de advocatuur in? Het werd het laatste. Zo tekende hij in 2007, nog voordat hij was afgestudeerd, zijn contract bij Freshfields Bruckhaus Deringer.
Kartels en machtsmisbruik
In de dagelijkse praktijk is Van den Berg met verschillende facetten van het mededingingsrecht bezig. In de eerste plaats is hij druk met kartels, ondernemingen die afspraken met elkaar maken en daarmee de concurrentie beperken. Daarbij gaat het vaak om prijsafspraken of een onderlinge verdeling van de markt. Een ander aspect is de misbruik van een machtspositie. Dit houdt in dat een grote onderneming met een zeer hoog marktaandeel die machtspositie in de desbetreffende markt niet mag misbruiken. Andere componenten zijn fusiecontroles en gereguleerde markten. Nog steeds is Van den Berg zeer enthousiast over het mededingingsrecht. “Wat ik leuk vind aan het mededingingsrecht specifiek is enerzijds de combinatie van economie en recht en anderzijds dat het een combinatie is tussen een transactie-, advies- en procespraktijk.”
Een zaak die Van den Berg is bijgebleven is de zaak omtrent de overname door de Amerikaanse gigant UPS van ons eigen TNT. Deze overname resulteerde in eerste instantie bij de Europese Commissie in een verbod, omdat de Commissie van mening was dat de combinatie van UPS en TNT in de Europese markt voor het bezorgen van pakketten te groot zou worden. Als reactie hierop werd beroep ingesteld bij het Gerecht in Luxemburg, alvorens hoger beroep in te stellen bij het Europese Hof in Luxemburg. De verbodsbeschikking van de Commissie werd in beroep vernietigd wat in hoger beroep werd bevestigd, iets dat in het kader van het concentratietoezicht uitzonderlijk is.
“Freshfields in Nederland is een mooie mix van zaken van Nederlandse parels en anderzijds hele grote internationale zaken.”
Wat Van den Berg waardeert aan Freshfields is dat het een internationale maatschap en daarmee één geïntegreerd internationaal bedrijf is. Het contact tussen kantoren wereldwijd is heel interactief. Daarnaast is hij erg te spreken over de Nederlandse vestiging. “Freshfields in Nederland is een mooie mix van zaken van Nederlandse parels en anderzijds hele grote internationale zaken.” Van den Berg heeft in 2014 een jaar in de vestiging in Beijing gewerkt. Dat kantoor bestond slechts voor 10% uit expats, waardoor het een authentiek Chinees kantoor is. Meedraaien binnen het kantoor was niet lastig, doordat China haar mededingingsrecht heeft ingericht op het mededingingsrecht in Europa. Hij noemt het een hele bijzondere ervaring en heeft naast het werken ook veel van China kunnen ontdekken. “Het was prachtig om daar een tijd te zitten en vanuit Beijing andere plekken te bezoeken. Zo ben ik onder andere naar binnenland, Hong Kong, Taiwan en Shanghai gereisd.”
Solistisch handwerk
Op de vraag welke kwaliteiten van pas komen om goed te zijn in het vak volgen er een aantal zaken. Zo zijn sterke communicatieve vaardigheden erg handig. “Je moet vrij snel een vertrouwensband met mensen op kunnen bouwen, zowel binnen het kantoor als met de cliënt.” Verder moet je in staat zijn complexe situaties op een eenvoudige manier uit te leggen, om zo de cliënt door de ingewikkelde materie heen te lozen. Een laatste vereiste is het hebben van een bepaalde mate van geduld en discipline om af en toe wat solistisch handwerk te doen. “Het schrijven van processtukken kan best intensief zijn en dat wissel je dan weer af met samenwerkingen, calls en meetings. Je moet het kunnen opbrengen met een hoge mate van concentratie achter je bureau aan een stuk te werken. Talent en enthousiasme voor goede schriftelijke stukken maakt in dit vak echt het verschil.”
“Er is na je studie juist tijd voor een tussenjaar en als een kantoor je het ene jaar wilt hebben, wil ze dat het jaar erna ook heus nog wel.”
Als gouden tip zou hij de rechtenstudent willen meegeven zich niet te laten opjutten bij het vinden van een baan. “Er is na je studie juist tijd voor een tussenjaar en als een kantoor je het ene jaar wilt hebben, wil ze dat het jaar erna ook heus nog wel.” Een tweede tip is om vooral meerdere stages te lopen. “Probeer daar voor jezelf kritisch te beoordelen of de aard van het vak je ligt, met name het juridische handwerk. Zo ja, dan is dit een prachtig vak.” Tenslotte: “Verwacht onvoorspelbare en dynamische dagen. Een cliënt weet niet welke andere zaken er lopen en verwacht op korte termijn beschikbaarheid en antwoorden. Dat is regelmatig jongleren. Voor mensen die veel van structuur en voorspelbaarheid houden is dit beroep minder geschikt.”
