Toen ik contact opnam met Christiaan Alberdingk Thijm, partner bij bureau Brandeis, werd er een afspraak ingepland voor een ontmoeting op zijn kantoor. Door COVID-19 werd thuiswerken echter al snel de norm. Gelukkig stond Alberdingk Thijm open voor een interview via de digitale weg, waardoor wij in gesprek gingen vanuit mijn woonkamer en zijn thuiswerkplek. Wij spraken onder andere over zijn passie voor procederen, de totstandkoming van zijn roman en het belang van principiële zaken.
Van De Brauw naar de UvA
Dat er voor Alberdingk Thijm een juridische carrière in het verschiet lag, bleek al van jongs af aan. Als jongste uit een gezin met vijf broers leerde hij flink voor zichzelf opkomen in discussies. Verder bedacht hij als achtjarige gedragsregels voor zijn eigen clubhuis. Daar hoorden ook zelfbedachte straffen bij, in het geval van niet-naleving van de gedragsregels. Na afronding van de bachelor Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam besloot Alberdingk Thijm de Noordzee over te steken en zich in Engeland, het geboorteland van zijn moeder, te specialiseren in het intellectueel eigendom en het IT-recht. “Ik ben precies op het juiste moment ingestapt. Het internet begon toen net op te komen.’’ Na zijn master ging hij aan de slag als advocaat-stagiaire bij De Brauw Blackstone Westbroek, al was dit van korte duur.
‘‘In mijn ontslagbrief schreef ik dat ik dacht dat ik bij de UvA meer zal leren’’
Na anderhalf jaar kreeg hij namelijk een aanbod om als docent-onderzoeker aan de slag te gaan bij het Instituut voor het Informatierecht (IViR), een wetenschappelijk onderzoeksinstituut gelieerd aan de UvA. Deze kans greep hij met beide handen aan, ondanks dat hij zijn taken als advocaat-stagiaire naar behoren uitvoerde. ‘‘Ik denk dat ik destijds meer behoefte had aan feedback op mijn werk, wat tijdens een advocaat-stage op een advocatenkantoor in mindere mate aan de orde is.’’ Hij vervolgt: ‘‘In mijn ontslagbrief schreef ik dat ik dacht dat ik bij de UvA meer zou leren. Dat zal ik nu zeker anders hebben geformuleerd. Ik was jong en eigenwijs.’’ Bij het IViR is hij niet meer weggegaan, hij geeft er nog steeds een dag per week college.
Het proces van de eeuw
In augustus 2018 bracht Alberdingk Thijm zijn roman Het proces van de eeuw uit. De roman volgt het leven van Eppo Boetselaar, een rechtenstudent met de vurige ambitie om partner te worden bij een groot advocatenkantoor aan de Zuidas. Via een moeizame route komt Boetselaar uiteindelijk te werken bij het fictieve Schwaab & Helvoeth, het grootste kantoor aan de Zuidas. Daar weet hij al snel naam te maken voor zichzelf. Het nastreven van zijn Zuidas- droom wordt hem, mede door toedoen van zijn eigen onethische handelingen, uiteindelijk fataal.
Passie voor de pen
Alberdingk Thijm heeft altijd een passie voor schrijven gehad. ‘‘Als kind schreef ik veel verhalen, ik vond dat heel leuk om te doen.’’ Hij vervolgt: ‘‘Je hebt van die mensen die zeggen dat ze altijd al een roman hebben willen schrijven, ik was zo’n persoon.’’ Alberdingk Thijm ging aan het begin van zijn schrijfproces in gesprek met verschillende bevriende advocaten. Hij vroeg hen naar interessante gebeurtenissen op de werkvloer.
‘‘Je kunt je hardmaken voor hoe het recht zal moeten zijn’’
Gevolg hiervan is dat veel Zuidas-kantoren denken dat de inmiddels uitgebrachte roman over hun kantoor gaat. ‘‘Dat komt ook omdat ik elementen uit verschillende Zuidas-kantoren heb ingebracht in het interieur van Schwaab & Helvoeth.’’ Zo heeft het fictieve kantoor net als Allen & Overy een valet service, een portrettengalerij zoals te zien in het kantoor van Stibbe en een glazen lift zoals wij die treffen bij De Brauw. Het boek heeft een open einde, waardoor ik Alberdingk Thijm vroeg of het wel allemaal goed zal komen met de hoofdpersoon, Boetselaar. ‘‘Ik denk dat ik hem wel een eind goed al goed gun. Dit keer niet aan de Zuidas, maar hij zal nog wel zijn vak kunnen uitoefenen.’’ In januari 2021 verschijnt zijn tweede roman, over een docent aan de universiteit.
Geen hiërarchie
Alberdingk Thijm is een van de oprichters van bureau Brandeis, een advocatenkantoor dat zich onderscheidt door zich exclusief toe te leggen op het procederen. Hij vindt het belangrijk om principiële zaken aan te nemen en op die manier zijn steentje bij te dragen aan de maatschappij. ‘‘Met het procederen in maatschappelijke zaken kun je echt een verschil maken. Je kunt je hard maken voor hoe het recht zal moeten zijn.’’ Zo komt hij op voor de belangen van de Britten in Nederland, met betrekking tot de vraag of de in Nederland wonende Britten hun Europees burgerschap zullen behouden na de Brexit. Bij bureau Brandeis zijn studenten en afgestudeerden welkom die de procedurele kant van de advocatuur aanspreekt en een kritische houding hebben. Het kantoor geeft in dat eerste ook trainingen, zodat je het vak optimaal onder de knie krijgt. ‘‘Bij ons word je gehoord, er is geen sprake van hiërarchie.’’ Hij benadrukt dat werknemers die nog maar kort in dienst zijn best kritiek mogen leveren op een partner.
Een beginnend jurist moet volgens Alberdingk Thijm niet bang zijn om van zijn plan af te dwalen. ‘‘Ik stapte zelf over van de bachelor Economie naar Rechtsgeleerdheid, van de Brauw naar de UvA en vervolgens richtte ik op twee momenten twee verschillende advocatenkantoren op.’’ (Voor bureau Brandeis was hij medeoprichter van SOLV Advocaten.) Juist door verschillende dingen te proberen, zal je als jurist erachter komen waar je passie ligt, zo stelt hij.